Vervoeging van voortvertellen
Onbepaalde wijs (infinitief): voortvertellen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vertel voort
- jij vertelt voort
- hij/zij/het vertelt voort
- wij vertellen voort
- jullie vertellen voort
- zij vertellen voort
Onvoltooid verleden tijd
- ik vertelde voort
- jij vertelde voort
- hij/zij/het vertelde voort
- wij vertelden voort
- jullie vertelden voort
- zij vertelden voort
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb voortverteld
- jij hebt voortverteld
- hij/zij/het heeft voortverteld
- wij hebben voortverteld
- jullie hebben voortverteld
- zij hebben voortverteld
Voltooid verleden tijd
- ik had voortverteld
- jij had voortverteld
- hij/zij/het had voortverteld
- wij hadden voortverteld
- jullie hadden voortverteld
- zij hadden voortverteld
Toekomende tijd I
- ik zal voortvertellen
- jij zult voortvertellen
- hij/zij/het zal voortvertellen
- wij zullen voortvertellen
- jullie zullen voortvertellen
- zij zullen voortvertellen
Toekomende tijd II
- ik zal voortverteld hebben
- jij zult voortverteld hebben
- hij/zij/het zal voortverteld hebben
- wij zullen voortverteld hebben
- jullie zullen voortverteld hebben
- zij zullen voortverteld hebben
Conditionalis I
- ik zou voortvertellen
- jij zou voortvertellen
- hij/zij/het zou voortvertellen
- wij zouden voortvertellen
- jullie zouden voortvertellen
- zij zouden voortvertellen
Conditionalis II
- ik zou hebben voortverteld
- jij zou hebben voortverteld
- hij/zij/het zou hebben voortverteld
- wij zouden hebben voortverteld
- jullie zouden hebben voortverteld
- zij zouden hebben voortverteld
Imperatief
- jij vertel voort
- jullie vertelt voort