Vervoeging van vrijvechten
Onbepaalde wijs (infinitief): vrijvechten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vecht vrij
- jij vecht vrij
- hij/zij/het vecht vrij
- wij vechten vrij
- jullie vechten vrij
- zij vechten vrij
Onvoltooid verleden tijd
- ik vocht vrij
- jij vocht vrij
- hij/zij/het vocht vrij
- wij vochten vrij
- jullie vochten vrij
- zij vochten vrij
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vrijgevochten
- jij hebt vrijgevochten
- hij/zij/het heeft vrijgevochten
- wij hebben vrijgevochten
- jullie hebben vrijgevochten
- zij hebben vrijgevochten
Voltooid verleden tijd
- ik had vrijgevochten
- jij had vrijgevochten
- hij/zij/het had vrijgevochten
- wij hadden vrijgevochten
- jullie hadden vrijgevochten
- zij hadden vrijgevochten
Toekomende tijd I
- ik zal vrijvechten
- jij zult vrijvechten
- hij/zij/het zal vrijvechten
- wij zullen vrijvechten
- jullie zullen vrijvechten
- zij zullen vrijvechten
Toekomende tijd II
- ik zal vrijgevochten hebben
- jij zult vrijgevochten hebben
- hij/zij/het zal vrijgevochten hebben
- wij zullen vrijgevochten hebben
- jullie zullen vrijgevochten hebben
- zij zullen vrijgevochten hebben
Conditionalis I
- ik zou vrijvechten
- jij zou vrijvechten
- hij/zij/het zou vrijvechten
- wij zouden vrijvechten
- jullie zouden vrijvechten
- zij zouden vrijvechten
Conditionalis II
- ik zou hebben vrijgevochten
- jij zou hebben vrijgevochten
- hij/zij/het zou hebben vrijgevochten
- wij zouden hebben vrijgevochten
- jullie zouden hebben vrijgevochten
- zij zouden hebben vrijgevochten
Imperatief
- jij vecht vrij
- jullie vecht vrij