Vervoeging van atrofiëren
Onbepaalde wijs (infinitief): atrofiëren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik atrofieer
- jij atrofieert
- hij/zij/het atrofieert
- wij atrofiëren
- jullie atrofiëren
- zij atrofiëren
Present
- I gangrene
- you gangrene
- he/she/it gangrenes
- we gangrene
- you gangrene
- they gangrene
Onvoltooid verleden tijd
- ik atrofieerde
- jij atrofieerde
- hij/zij/het atrofieerde
- wij atrofieerden
- jullie atrofieerden
- zij atrofieerden
Simple past
- I gangrened
- you gangrened
- he/she/it gangrened
- we gangrened
- you gangrened
- they gangrened
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geatrofieerd
- jij hebt geatrofieerd
- hij/zij/het heeft geatrofieerd
- wij hebben geatrofieerd
- jullie hebben geatrofieerd
- zij hebben geatrofieerd
Present perfect
- I have gangrened
- you have gangrened
- he/she/it has gangrened
- we have gangrened
- you have gangrened
- they have gangrened
Voltooid verleden tijd
- ik had geatrofieerd
- jij had geatrofieerd
- hij/zij/het had geatrofieerd
- wij hadden geatrofieerd
- jullie hadden geatrofieerd
- zij hadden geatrofieerd
Past perfect
- I had gangrened
- you had gangrened
- he/she/it had gangrened
- we had gangrened
- you had gangrened
- they had gangrened
Toekomende tijd I
- ik zal atrofiëren
- jij zult atrofiëren
- hij/zij/het zal atrofiëren
- wij zullen atrofiëren
- jullie zullen atrofiëren
- zij zullen atrofiëren
Future
- I will gangrene
- you will gangrene
- he/she/it will gangrene
- we will gangrene
- you will gangrene
- they will gangrene
Toekomende tijd II
- ik zal geatrofieerd hebben
- jij zult geatrofieerd hebben
- hij/zij/het zal geatrofieerd hebben
- wij zullen geatrofieerd hebben
- jullie zullen geatrofieerd hebben
- zij zullen geatrofieerd hebben
Future perfect
- I will have gangrened
- you will have gangrened
- he/she/it will have gangrened
- we will have gangrened
- you will have gangrened
- they will have gangrened
Conditionalis I
- ik zou atrofiëren
- jij zou atrofiëren
- hij/zij/het zou atrofiëren
- wij zouden atrofiëren
- jullie zouden atrofiëren
- zij zouden atrofiëren
Conditional present
- I would gangrene
- you would gangrene
- he/she/it would gangrene
- we would gangrene
- you would gangrene
- they would gangrene
Conditionalis II
- ik zou hebben geatrofieerd
- jij zou hebben geatrofieerd
- hij/zij/het zou hebben geatrofieerd
- wij zouden hebben geatrofieerd
- jullie zouden hebben geatrofieerd
- zij zouden hebben geatrofieerd
Conditional perfect
- I would have gangrened
- you would have gangrened
- he/she/it would have gangrened
- we would have gangrened
- you would have gangrened
- they would have gangrened
Imperatief
- jij atrofieer
- jullie atrofieert
Imperative
- you gangrene
- you gangrene