Vervoeging van baltsen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik balts
- jij baltst
- hij/zij/het baltst
- wij baltsen
- jullie baltsen
- zij baltsen
Present
- I display
- you display
- he/she/it displays
- we display
- you display
- they display
Onvoltooid verleden tijd
- ik baltste
- jij baltste
- hij/zij/het baltste
- wij baltsten
- jullie baltsten
- zij baltsten
Simple past
- I displayed
- you displayed
- he/she/it displayed
- we displayed
- you displayed
- they displayed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebaltst
- jij hebt gebaltst
- hij/zij/het heeft gebaltst
- wij hebben gebaltst
- jullie hebben gebaltst
- zij hebben gebaltst
Present perfect
- I have displayed
- you have displayed
- he/she/it has displayed
- we have displayed
- you have displayed
- they have displayed
Voltooid verleden tijd
- ik had gebaltst
- jij had gebaltst
- hij/zij/het had gebaltst
- wij hadden gebaltst
- jullie hadden gebaltst
- zij hadden gebaltst
Past perfect
- I had displayed
- you had displayed
- he/she/it had displayed
- we had displayed
- you had displayed
- they had displayed
Toekomende tijd I
- ik zal baltsen
- jij zult baltsen
- hij/zij/het zal baltsen
- wij zullen baltsen
- jullie zullen baltsen
- zij zullen baltsen
Future
- I will display
- you will display
- he/she/it will display
- we will display
- you will display
- they will display
Toekomende tijd II
- ik zal gebaltst hebben
- jij zult gebaltst hebben
- hij/zij/het zal gebaltst hebben
- wij zullen gebaltst hebben
- jullie zullen gebaltst hebben
- zij zullen gebaltst hebben
Future perfect
- I will have displayed
- you will have displayed
- he/she/it will have displayed
- we will have displayed
- you will have displayed
- they will have displayed
Conditionalis I
- ik zou baltsen
- jij zou baltsen
- hij/zij/het zou baltsen
- wij zouden baltsen
- jullie zouden baltsen
- zij zouden baltsen
Conditional present
- I would display
- you would display
- he/she/it would display
- we would display
- you would display
- they would display
Conditionalis II
- ik zou hebben gebaltst
- jij zou hebben gebaltst
- hij/zij/het zou hebben gebaltst
- wij zouden hebben gebaltst
- jullie zouden hebben gebaltst
- zij zouden hebben gebaltst
Conditional perfect
- I would have displayed
- you would have displayed
- he/she/it would have displayed
- we would have displayed
- you would have displayed
- they would have displayed
Imperatief
- jij balts
- jullie baltst
Imperative
- you display
- you display