Vervoeging van beharen

Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik behaar
    • jij behaart
    • hij/zij/het behaart
    • wij beharen
    • jullie beharen
    • zij beharen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik behaarde
    • jij behaarde
    • hij/zij/het behaarde
    • wij behaarden
    • jullie behaarden
    • zij behaarden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb behaard
    • jij hebt behaard
    • hij/zij/het heeft behaard
    • wij hebben behaard
    • jullie hebben behaard
    • zij hebben behaard
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had behaard
    • jij had behaard
    • hij/zij/het had behaard
    • wij hadden behaard
    • jullie hadden behaard
    • zij hadden behaard
  • Toekomende tijd I

    • ik zal beharen
    • jij zult beharen
    • hij/zij/het zal beharen
    • wij zullen beharen
    • jullie zullen beharen
    • zij zullen beharen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal behaard hebben
    • jij zult behaard hebben
    • hij/zij/het zal behaard hebben
    • wij zullen behaard hebben
    • jullie zullen behaard hebben
    • zij zullen behaard hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou beharen
    • jij zou beharen
    • hij/zij/het zou beharen
    • wij zouden beharen
    • jullie zouden beharen
    • zij zouden beharen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben behaard
    • jij zou hebben behaard
    • hij/zij/het zou hebben behaard
    • wij zouden hebben behaard
    • jullie zouden hebben behaard
    • zij zouden hebben behaard
  • Imperatief

    • jij behaar
    • jullie behaart