Vervoeging van bekeren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bekeer
- jij bekeert
- hij/zij/het bekeert
- wij bekeren
- jullie bekeren
- zij bekeren
Present
- I convert
- you convert
- he/she/it converts
- we convert
- you convert
- they convert
Onvoltooid verleden tijd
- ik bekeerde
- jij bekeerde
- hij/zij/het bekeerde
- wij bekeerden
- jullie bekeerden
- zij bekeerden
Simple past
- I converted
- you converted
- he/she/it converted
- we converted
- you converted
- they converted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bekeerd
- jij hebt bekeerd
- hij/zij/het heeft bekeerd
- wij hebben bekeerd
- jullie hebben bekeerd
- zij hebben bekeerd
Present perfect
- I have converted
- you have converted
- he/she/it has converted
- we have converted
- you have converted
- they have converted
Voltooid verleden tijd
- ik had bekeerd
- jij had bekeerd
- hij/zij/het had bekeerd
- wij hadden bekeerd
- jullie hadden bekeerd
- zij hadden bekeerd
Past perfect
- I had converted
- you had converted
- he/she/it had converted
- we had converted
- you had converted
- they had converted
Toekomende tijd I
- ik zal bekeren
- jij zult bekeren
- hij/zij/het zal bekeren
- wij zullen bekeren
- jullie zullen bekeren
- zij zullen bekeren
Future
- I will convert
- you will convert
- he/she/it will convert
- we will convert
- you will convert
- they will convert
Toekomende tijd II
- ik zal bekeerd hebben
- jij zult bekeerd hebben
- hij/zij/het zal bekeerd hebben
- wij zullen bekeerd hebben
- jullie zullen bekeerd hebben
- zij zullen bekeerd hebben
Future perfect
- I will have converted
- you will have converted
- he/she/it will have converted
- we will have converted
- you will have converted
- they will have converted
Conditionalis I
- ik zou bekeren
- jij zou bekeren
- hij/zij/het zou bekeren
- wij zouden bekeren
- jullie zouden bekeren
- zij zouden bekeren
Conditional present
- I would convert
- you would convert
- he/she/it would convert
- we would convert
- you would convert
- they would convert
Conditionalis II
- ik zou hebben bekeerd
- jij zou hebben bekeerd
- hij/zij/het zou hebben bekeerd
- wij zouden hebben bekeerd
- jullie zouden hebben bekeerd
- zij zouden hebben bekeerd
Conditional perfect
- I would have converted
- you would have converted
- he/she/it would have converted
- we would have converted
- you would have converted
- they would have converted
Imperatief
- jij bekeer
- jullie bekeert
Imperative
- you convert
- you convert