Vervoeging van extraheren
Onbepaalde wijs (infinitief): extraheren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik extraheer
- jij extraheert
- hij/zij/het extraheert
- wij extraheren
- jullie extraheren
- zij extraheren
Present
- I distil
- you distil
- he/she/it distils
- we distil
- you distil
- they distil
Onvoltooid verleden tijd
- ik extraheerde
- jij extraheerde
- hij/zij/het extraheerde
- wij extraheerden
- jullie extraheerden
- zij extraheerden
Simple past
- I distilled
- you distilled
- he/she/it distilled
- we distilled
- you distilled
- they distilled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geëxtraheerd
- jij hebt geëxtraheerd
- hij/zij/het heeft geëxtraheerd
- wij hebben geëxtraheerd
- jullie hebben geëxtraheerd
- zij hebben geëxtraheerd
Present perfect
- I have distilled
- you have distilled
- he/she/it has distilled
- we have distilled
- you have distilled
- they have distilled
Voltooid verleden tijd
- ik had geëxtraheerd
- jij had geëxtraheerd
- hij/zij/het had geëxtraheerd
- wij hadden geëxtraheerd
- jullie hadden geëxtraheerd
- zij hadden geëxtraheerd
Past perfect
- I had distilled
- you had distilled
- he/she/it had distilled
- we had distilled
- you had distilled
- they had distilled
Toekomende tijd I
- ik zal extraheren
- jij zult extraheren
- hij/zij/het zal extraheren
- wij zullen extraheren
- jullie zullen extraheren
- zij zullen extraheren
Future
- I will distil
- you will distil
- he/she/it will distil
- we will distil
- you will distil
- they will distil
Toekomende tijd II
- ik zal geëxtraheerd hebben
- jij zult geëxtraheerd hebben
- hij/zij/het zal geëxtraheerd hebben
- wij zullen geëxtraheerd hebben
- jullie zullen geëxtraheerd hebben
- zij zullen geëxtraheerd hebben
Future perfect
- I will have distilled
- you will have distilled
- he/she/it will have distilled
- we will have distilled
- you will have distilled
- they will have distilled
Conditionalis I
- ik zou extraheren
- jij zou extraheren
- hij/zij/het zou extraheren
- wij zouden extraheren
- jullie zouden extraheren
- zij zouden extraheren
Conditional present
- I would distil
- you would distil
- he/she/it would distil
- we would distil
- you would distil
- they would distil
Conditionalis II
- ik zou hebben geëxtraheerd
- jij zou hebben geëxtraheerd
- hij/zij/het zou hebben geëxtraheerd
- wij zouden hebben geëxtraheerd
- jullie zouden hebben geëxtraheerd
- zij zouden hebben geëxtraheerd
Conditional perfect
- I would have distilled
- you would have distilled
- he/she/it would have distilled
- we would have distilled
- you would have distilled
- they would have distilled
Imperatief
- jij extraheer
- jullie extraheert
Imperative
- you distil
- you distil