Vervoeging van fosforesceren
Onbepaalde wijs (infinitief): fosforesceren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het fosforesceert
- zij fosforesceren
Present
- he/she/it phosphoresces
- they phosphoresce
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het fosforesceerde
- zij fosforesceerden
Simple past
- he/she/it phosphoresced
- they phosphoresced
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gefosforesceerd
- zij hebben gefosforesceerd
Present perfect
- he/she/it has phosphoresced
- they have phosphoresced
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gefosforesceerd
- zij hadden gefosforesceerd
Past perfect
- he/she/it had phosphoresced
- they had phosphoresced
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal fosforesceren
- zij zult fosforesceren
Future
- he/she/it will phosphoresce
- they will phosphoresce
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gefosforesceerd hebben
- zij zult gefosforesceerd hebben
Future perfect
- he/she/it will have phosphoresced
- they will have phosphoresced
Conditionalis I
- hij/zij/het zal fosforesceren
- zij zullen fosforesceren
Conditional present
- he/she/it would phosphoresce
- they would phosphoresce
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gefosforesceerd
- zij zullen hebben gefosforesceerd
Conditional perfect
- he/she/it would have phosphoresced
- they would have phosphoresced