Vervoeging van gieren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik gier
  • jij giert
  • hij/zij/het giert
  • wij gieren
  • jullie gieren
  • zij gieren

Present

  • I manure
  • you manure
  • he/she/it manures
  • we manure
  • you manure
  • they manure

Onvoltooid verleden tijd

  • ik gierde
  • jij gierde
  • hij/zij/het gierde
  • wij gierden
  • jullie gierden
  • zij gierden

Simple past

  • I manured
  • you manured
  • he/she/it manured
  • we manured
  • you manured
  • they manured

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gegierd
  • jij hebt gegierd
  • hij/zij/het heeft gegierd
  • wij hebben gegierd
  • jullie hebben gegierd
  • zij hebben gegierd

Present perfect

  • I have manured
  • you have manured
  • he/she/it has manured
  • we have manured
  • you have manured
  • they have manured

Voltooid verleden tijd

  • ik had gegierd
  • jij had gegierd
  • hij/zij/het had gegierd
  • wij hadden gegierd
  • jullie hadden gegierd
  • zij hadden gegierd

Past perfect

  • I had manured
  • you had manured
  • he/she/it had manured
  • we had manured
  • you had manured
  • they had manured

Toekomende tijd I

  • ik zal gieren
  • jij zult gieren
  • hij/zij/het zal gieren
  • wij zullen gieren
  • jullie zullen gieren
  • zij zullen gieren

Future

  • I will manure
  • you will manure
  • he/she/it will manure
  • we will manure
  • you will manure
  • they will manure

Toekomende tijd II

  • ik zal gegierd hebben
  • jij zult gegierd hebben
  • hij/zij/het zal gegierd hebben
  • wij zullen gegierd hebben
  • jullie zullen gegierd hebben
  • zij zullen gegierd hebben

Future perfect

  • I will have manured
  • you will have manured
  • he/she/it will have manured
  • we will have manured
  • you will have manured
  • they will have manured

Conditionalis I

  • ik zou gieren
  • jij zou gieren
  • hij/zij/het zou gieren
  • wij zouden gieren
  • jullie zouden gieren
  • zij zouden gieren

Conditional present

  • I would manure
  • you would manure
  • he/she/it would manure
  • we would manure
  • you would manure
  • they would manure

Conditionalis II

  • ik zou hebben gegierd
  • jij zou hebben gegierd
  • hij/zij/het zou hebben gegierd
  • wij zouden hebben gegierd
  • jullie zouden hebben gegierd
  • zij zouden hebben gegierd

Conditional perfect

  • I would have manured
  • you would have manured
  • he/she/it would have manured
  • we would have manured
  • you would have manured
  • they would have manured

Imperatief

  • jij gier
  • jullie giert

Imperative

  • you manure
  • you manure

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van gieren