Vervoeging van groepen
Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik groep
- jij groept
- hij/zij/het groept
- wij groepen
- jullie groepen
- zij groepen
Onvoltooid verleden tijd
- ik groepte
- jij groepte
- hij/zij/het groepte
- wij groepten
- jullie groepten
- zij groepten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gegroept
- jij hebt gegroept
- hij/zij/het heeft gegroept
- wij hebben gegroept
- jullie hebben gegroept
- zij hebben gegroept
Voltooid verleden tijd
- ik had gegroept
- jij had gegroept
- hij/zij/het had gegroept
- wij hadden gegroept
- jullie hadden gegroept
- zij hadden gegroept
Toekomende tijd I
- ik zal groepen
- jij zult groepen
- hij/zij/het zal groepen
- wij zullen groepen
- jullie zullen groepen
- zij zullen groepen
Toekomende tijd II
- ik zal gegroept hebben
- jij zult gegroept hebben
- hij/zij/het zal gegroept hebben
- wij zullen gegroept hebben
- jullie zullen gegroept hebben
- zij zullen gegroept hebben
Conditionalis I
- ik zou groepen
- jij zou groepen
- hij/zij/het zou groepen
- wij zouden groepen
- jullie zouden groepen
- zij zouden groepen
Conditionalis II
- ik zou hebben gegroept
- jij zou hebben gegroept
- hij/zij/het zou hebben gegroept
- wij zouden hebben gegroept
- jullie zouden hebben gegroept
- zij zouden hebben gegroept
Imperatief
- jij groep
- jullie groept