Vervoeging van herdopen
Onbepaalde wijs (infinitief): herdopen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik herdoop
- jij herdoopt
- hij/zij/het herdoopt
- wij herdopen
- jullie herdopen
- zij herdopen
Present
- I rename
- you rename
- he/she/it renames
- we rename
- you rename
- they rename
Onvoltooid verleden tijd
- ik herdoopte
- jij herdoopte
- hij/zij/het herdoopte
- wij herdoopten
- jullie herdoopten
- zij herdoopten
Simple past
- I renamed
- you renamed
- he/she/it renamed
- we renamed
- you renamed
- they renamed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb herdoopt
- jij hebt herdoopt
- hij/zij/het heeft herdoopt
- wij hebben herdoopt
- jullie hebben herdoopt
- zij hebben herdoopt
Present perfect
- I have renamed
- you have renamed
- he/she/it has renamed
- we have renamed
- you have renamed
- they have renamed
Voltooid verleden tijd
- ik had herdoopt
- jij had herdoopt
- hij/zij/het had herdoopt
- wij hadden herdoopt
- jullie hadden herdoopt
- zij hadden herdoopt
Past perfect
- I had renamed
- you had renamed
- he/she/it had renamed
- we had renamed
- you had renamed
- they had renamed
Toekomende tijd I
- ik zal herdopen
- jij zult herdopen
- hij/zij/het zal herdopen
- wij zullen herdopen
- jullie zullen herdopen
- zij zullen herdopen
Future
- I will rename
- you will rename
- he/she/it will rename
- we will rename
- you will rename
- they will rename
Toekomende tijd II
- ik zal herdoopt hebben
- jij zult herdoopt hebben
- hij/zij/het zal herdoopt hebben
- wij zullen herdoopt hebben
- jullie zullen herdoopt hebben
- zij zullen herdoopt hebben
Future perfect
- I will have renamed
- you will have renamed
- he/she/it will have renamed
- we will have renamed
- you will have renamed
- they will have renamed
Conditionalis I
- ik zou herdopen
- jij zou herdopen
- hij/zij/het zou herdopen
- wij zouden herdopen
- jullie zouden herdopen
- zij zouden herdopen
Conditional present
- I would rename
- you would rename
- he/she/it would rename
- we would rename
- you would rename
- they would rename
Conditionalis II
- ik zou hebben herdoopt
- jij zou hebben herdoopt
- hij/zij/het zou hebben herdoopt
- wij zouden hebben herdoopt
- jullie zouden hebben herdoopt
- zij zouden hebben herdoopt
Conditional perfect
- I would have renamed
- you would have renamed
- he/she/it would have renamed
- we would have renamed
- you would have renamed
- they would have renamed
Imperatief
- jij herdoop
- jullie herdoopt
Imperative
- you rename
- you rename