Vervoeging van hertellen
Onbepaalde wijs (infinitief): hertellen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik hertel
- jij hertelt
- hij/zij/het hertelt
- wij hertellen
- jullie hertellen
- zij hertellen
Present
- I ascertain
- you ascertain
- he/she/it ascertains
- we ascertain
- you ascertain
- they ascertain
Onvoltooid verleden tijd
- ik hertelde
- jij hertelde
- hij/zij/het hertelde
- wij hertelden
- jullie hertelden
- zij hertelden
Simple past
- I ascertained
- you ascertained
- he/she/it ascertained
- we ascertained
- you ascertained
- they ascertained
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb herteld
- jij hebt herteld
- hij/zij/het heeft herteld
- wij hebben herteld
- jullie hebben herteld
- zij hebben herteld
Present perfect
- I have ascertained
- you have ascertained
- he/she/it has ascertained
- we have ascertained
- you have ascertained
- they have ascertained
Voltooid verleden tijd
- ik had herteld
- jij had herteld
- hij/zij/het had herteld
- wij hadden herteld
- jullie hadden herteld
- zij hadden herteld
Past perfect
- I had ascertained
- you had ascertained
- he/she/it had ascertained
- we had ascertained
- you had ascertained
- they had ascertained
Toekomende tijd I
- ik zal hertellen
- jij zult hertellen
- hij/zij/het zal hertellen
- wij zullen hertellen
- jullie zullen hertellen
- zij zullen hertellen
Future
- I will ascertain
- you will ascertain
- he/she/it will ascertain
- we will ascertain
- you will ascertain
- they will ascertain
Toekomende tijd II
- ik zal herteld hebben
- jij zult herteld hebben
- hij/zij/het zal herteld hebben
- wij zullen herteld hebben
- jullie zullen herteld hebben
- zij zullen herteld hebben
Future perfect
- I will have ascertained
- you will have ascertained
- he/she/it will have ascertained
- we will have ascertained
- you will have ascertained
- they will have ascertained
Conditionalis I
- ik zou hertellen
- jij zou hertellen
- hij/zij/het zou hertellen
- wij zouden hertellen
- jullie zouden hertellen
- zij zouden hertellen
Conditional present
- I would ascertain
- you would ascertain
- he/she/it would ascertain
- we would ascertain
- you would ascertain
- they would ascertain
Conditionalis II
- ik zou hebben herteld
- jij zou hebben herteld
- hij/zij/het zou hebben herteld
- wij zouden hebben herteld
- jullie zouden hebben herteld
- zij zouden hebben herteld
Conditional perfect
- I would have ascertained
- you would have ascertained
- he/she/it would have ascertained
- we would have ascertained
- you would have ascertained
- they would have ascertained
Imperatief
- jij hertel
- jullie hertelt
Imperative
- you ascertain
- you ascertain