Vervoeging van indeuken

Vertaling: to damage

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik deuk in
  • jij deukt in
  • hij/zij/het deukt in
  • wij deuken in
  • jullie deuken in
  • zij deuken in

Present

  • I damage
  • you damage
  • he/she/it damages
  • we damage
  • you damage
  • they damage

Onvoltooid verleden tijd

  • ik deukte in
  • jij deukte in
  • hij/zij/het deukte in
  • wij deukten in
  • jullie deukten in
  • zij deukten in

Simple past

  • I damaged
  • you damaged
  • he/she/it damaged
  • we damaged
  • you damaged
  • they damaged

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb ingedeukt
  • jij hebt ingedeukt
  • hij/zij/het heeft ingedeukt
  • wij hebben ingedeukt
  • jullie hebben ingedeukt
  • zij hebben ingedeukt

Present perfect

  • I have damaged
  • you have damaged
  • he/she/it has damaged
  • we have damaged
  • you have damaged
  • they have damaged

Voltooid verleden tijd

  • ik had ingedeukt
  • jij had ingedeukt
  • hij/zij/het had ingedeukt
  • wij hadden ingedeukt
  • jullie hadden ingedeukt
  • zij hadden ingedeukt

Past perfect

  • I had damaged
  • you had damaged
  • he/she/it had damaged
  • we had damaged
  • you had damaged
  • they had damaged

Toekomende tijd I

  • ik zal indeuken
  • jij zult indeuken
  • hij/zij/het zal indeuken
  • wij zullen indeuken
  • jullie zullen indeuken
  • zij zullen indeuken

Future

  • I will damage
  • you will damage
  • he/she/it will damage
  • we will damage
  • you will damage
  • they will damage

Toekomende tijd II

  • ik zal ingedeukt hebben
  • jij zult ingedeukt hebben
  • hij/zij/het zal ingedeukt hebben
  • wij zullen ingedeukt hebben
  • jullie zullen ingedeukt hebben
  • zij zullen ingedeukt hebben

Future perfect

  • I will have damaged
  • you will have damaged
  • he/she/it will have damaged
  • we will have damaged
  • you will have damaged
  • they will have damaged

Conditionalis I

  • ik zou indeuken
  • jij zou indeuken
  • hij/zij/het zou indeuken
  • wij zouden indeuken
  • jullie zouden indeuken
  • zij zouden indeuken

Conditional present

  • I would damage
  • you would damage
  • he/she/it would damage
  • we would damage
  • you would damage
  • they would damage

Conditionalis II

  • ik zou hebben ingedeukt
  • jij zou hebben ingedeukt
  • hij/zij/het zou hebben ingedeukt
  • wij zouden hebben ingedeukt
  • jullie zouden hebben ingedeukt
  • zij zouden hebben ingedeukt

Conditional perfect

  • I would have damaged
  • you would have damaged
  • he/she/it would have damaged
  • we would have damaged
  • you would have damaged
  • they would have damaged

Imperatief

  • jij deuk in
  • jullie deukt in

Imperative

  • you damage
  • you damage

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van indeuken