Vervoeging van kapseizen
Onbepaalde wijs (infinitief): kapseizen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kapseis
- jij kapseist
- hij/zij/het kapseist
- wij kapseizen
- jullie kapseizen
- zij kapseizen
Present
- I capsize
- you capsize
- he/she/it capsizes
- we capsize
- you capsize
- they capsize
Onvoltooid verleden tijd
- ik kapseisde
- jij kapseisde
- hij/zij/het kapseisde
- wij kapseisden
- jullie kapseisden
- zij kapseisden
Simple past
- I capsized
- you capsized
- he/she/it capsized
- we capsized
- you capsized
- they capsized
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben gekapseisd
- jij bent gekapseisd
- hij/zij/het is gekapseisd
- wij zijn gekapseisd
- jullie zijn gekapseisd
- zij zijn gekapseisd
Present perfect
- I have capsized
- you have capsized
- he/she/it has capsized
- we have capsized
- you have capsized
- they have capsized
Voltooid verleden tijd
- ik was gekapseisd
- jij was gekapseisd
- hij/zij/het was gekapseisd
- wij waren gekapseisd
- jullie waren gekapseisd
- zij waren gekapseisd
Past perfect
- I had capsized
- you had capsized
- he/she/it had capsized
- we had capsized
- you had capsized
- they had capsized
Toekomende tijd I
- ik zal kapseizen
- jij zult kapseizen
- hij/zij/het zal kapseizen
- wij zullen kapseizen
- jullie zullen kapseizen
- zij zullen kapseizen
Future
- I will capsize
- you will capsize
- he/she/it will capsize
- we will capsize
- you will capsize
- they will capsize
Toekomende tijd II
- ik zal gekapseisd zijn
- jij zult gekapseisd zijn
- hij/zij/het zal gekapseisd zijn
- wij zullen gekapseisd zijn
- jullie zullen gekapseisd zijn
- zij zullen gekapseisd zijn
Future perfect
- I will have capsized
- you will have capsized
- he/she/it will have capsized
- we will have capsized
- you will have capsized
- they will have capsized
Conditionalis I
- ik zou kapseizen
- jij zou kapseizen
- hij/zij/het zou kapseizen
- wij zouden kapseizen
- jullie zouden kapseizen
- zij zouden kapseizen
Conditional present
- I would capsize
- you would capsize
- he/she/it would capsize
- we would capsize
- you would capsize
- they would capsize
Conditionalis II
- ik zou zijn gekapseisd
- jij zou zijn gekapseisd
- hij/zij/het zou zijn gekapseisd
- wij zouden zijn gekapseisd
- jullie zouden zijn gekapseisd
- zij zouden zijn gekapseisd
Conditional perfect
- I would have capsized
- you would have capsized
- he/she/it would have capsized
- we would have capsized
- you would have capsized
- they would have capsized
Imperatief
- jij kapseis
- jullie kapseist
Imperative
- you capsize
- you capsize