Vervoeging van kolken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het kolkt
- zij kolken
Present
- he/she/it eddies
- they eddy
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het kolkte
- zij kolkten
Simple past
- he/she/it eddied
- they eddied
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gekolkt
- zij hebben gekolkt
Present perfect
- he/she/it has eddied
- they have eddied
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gekolkt
- zij hadden gekolkt
Past perfect
- he/she/it had eddied
- they had eddied
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal kolken
- zij zult kolken
Future
- he/she/it will eddy
- they will eddy
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gekolkt hebben
- zij zult gekolkt hebben
Future perfect
- he/she/it will have eddied
- they will have eddied
Conditionalis I
- hij/zij/het zal kolken
- zij zullen kolken
Conditional present
- he/she/it would eddy
- they would eddy
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gekolkt
- zij zullen hebben gekolkt
Conditional perfect
- he/she/it would have eddied
- they would have eddied