Vervoeging van kraaien
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kraai
- jij kraait
- hij/zij/het kraait
- wij kraaien
- jullie kraaien
- zij kraaien
Present
- I crow
- you crow
- he/she/it crows
- we crow
- you crow
- they crow
Onvoltooid verleden tijd
- ik kraaide
- jij kraaide
- hij/zij/het kraaide
- wij kraaiden
- jullie kraaiden
- zij kraaiden
Simple past
- I crew
- you crew
- he/she/it crew
- we crew
- you crew
- they crew
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekraaid
- jij hebt gekraaid
- hij/zij/het heeft gekraaid
- wij hebben gekraaid
- jullie hebben gekraaid
- zij hebben gekraaid
Present perfect
- I have crowed
- you have crowed
- he/she/it has crowed
- we have crowed
- you have crowed
- they have crowed
Voltooid verleden tijd
- ik had gekraaid
- jij had gekraaid
- hij/zij/het had gekraaid
- wij hadden gekraaid
- jullie hadden gekraaid
- zij hadden gekraaid
Past perfect
- I had crowed
- you had crowed
- he/she/it had crowed
- we had crowed
- you had crowed
- they had crowed
Toekomende tijd I
- ik zal kraaien
- jij zult kraaien
- hij/zij/het zal kraaien
- wij zullen kraaien
- jullie zullen kraaien
- zij zullen kraaien
Future
- I will crow
- you will crow
- he/she/it will crow
- we will crow
- you will crow
- they will crow
Toekomende tijd II
- ik zal gekraaid hebben
- jij zult gekraaid hebben
- hij/zij/het zal gekraaid hebben
- wij zullen gekraaid hebben
- jullie zullen gekraaid hebben
- zij zullen gekraaid hebben
Future perfect
- I will have crowed
- you will have crowed
- he/she/it will have crowed
- we will have crowed
- you will have crowed
- they will have crowed
Conditionalis I
- ik zou kraaien
- jij zou kraaien
- hij/zij/het zou kraaien
- wij zouden kraaien
- jullie zouden kraaien
- zij zouden kraaien
Conditional present
- I would crow
- you would crow
- he/she/it would crow
- we would crow
- you would crow
- they would crow
Conditionalis II
- ik zou hebben gekraaid
- jij zou hebben gekraaid
- hij/zij/het zou hebben gekraaid
- wij zouden hebben gekraaid
- jullie zouden hebben gekraaid
- zij zouden hebben gekraaid
Conditional perfect
- I would have crowed
- you would have crowed
- he/she/it would have crowed
- we would have crowed
- you would have crowed
- they would have crowed
Imperatief
- jij kraai
- jullie kraait
Imperative
- you crow
- you crow