Vervoeging van lithograferen

Onbepaalde wijs (infinitief): lithograferen

Vertaling: to lithograph

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik lithografeer
  • jij lithografeert
  • hij/zij/het lithografeert
  • wij lithograferen
  • jullie lithograferen
  • zij lithograferen

Present

  • I lithograph
  • you lithograph
  • he/she/it lithographs
  • we lithograph
  • you lithograph
  • they lithograph

Onvoltooid verleden tijd

  • ik lithografeerde
  • jij lithografeerde
  • hij/zij/het lithografeerde
  • wij lithografeerden
  • jullie lithografeerden
  • zij lithografeerden

Simple past

  • I lithographed
  • you lithographed
  • he/she/it lithographed
  • we lithographed
  • you lithographed
  • they lithographed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gelithografeerd
  • jij hebt gelithografeerd
  • hij/zij/het heeft gelithografeerd
  • wij hebben gelithografeerd
  • jullie hebben gelithografeerd
  • zij hebben gelithografeerd

Present perfect

  • I have lithographed
  • you have lithographed
  • he/she/it has lithographed
  • we have lithographed
  • you have lithographed
  • they have lithographed

Voltooid verleden tijd

  • ik had gelithografeerd
  • jij had gelithografeerd
  • hij/zij/het had gelithografeerd
  • wij hadden gelithografeerd
  • jullie hadden gelithografeerd
  • zij hadden gelithografeerd

Past perfect

  • I had lithographed
  • you had lithographed
  • he/she/it had lithographed
  • we had lithographed
  • you had lithographed
  • they had lithographed

Toekomende tijd I

  • ik zal lithograferen
  • jij zult lithograferen
  • hij/zij/het zal lithograferen
  • wij zullen lithograferen
  • jullie zullen lithograferen
  • zij zullen lithograferen

Future

  • I will lithograph
  • you will lithograph
  • he/she/it will lithograph
  • we will lithograph
  • you will lithograph
  • they will lithograph

Toekomende tijd II

  • ik zal gelithografeerd hebben
  • jij zult gelithografeerd hebben
  • hij/zij/het zal gelithografeerd hebben
  • wij zullen gelithografeerd hebben
  • jullie zullen gelithografeerd hebben
  • zij zullen gelithografeerd hebben

Future perfect

  • I will have lithographed
  • you will have lithographed
  • he/she/it will have lithographed
  • we will have lithographed
  • you will have lithographed
  • they will have lithographed

Conditionalis I

  • ik zou lithograferen
  • jij zou lithograferen
  • hij/zij/het zou lithograferen
  • wij zouden lithograferen
  • jullie zouden lithograferen
  • zij zouden lithograferen

Conditional present

  • I would lithograph
  • you would lithograph
  • he/she/it would lithograph
  • we would lithograph
  • you would lithograph
  • they would lithograph

Conditionalis II

  • ik zou hebben gelithografeerd
  • jij zou hebben gelithografeerd
  • hij/zij/het zou hebben gelithografeerd
  • wij zouden hebben gelithografeerd
  • jullie zouden hebben gelithografeerd
  • zij zouden hebben gelithografeerd

Conditional perfect

  • I would have lithographed
  • you would have lithographed
  • he/she/it would have lithographed
  • we would have lithographed
  • you would have lithographed
  • they would have lithographed

Imperatief

  • jij lithografeer
  • jullie lithografeert

Imperative

  • you lithograph
  • you lithograph