Vervoeging van meeklappen
Onbepaalde wijs (infinitief): meeklappen
Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik klap mee
- jij klapt mee
- hij/zij/het klapt mee
- wij klappen mee
- jullie klappen mee
- zij klappen mee
Onvoltooid verleden tijd
- ik klapte mee
- jij klapte mee
- hij/zij/het klapte mee
- wij klapten mee
- jullie klapten mee
- zij klapten mee
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb meegeklapt
- jij hebt meegeklapt
- hij/zij/het heeft meegeklapt
- wij hebben meegeklapt
- jullie hebben meegeklapt
- zij hebben meegeklapt
Voltooid verleden tijd
- ik had meegeklapt
- jij had meegeklapt
- hij/zij/het had meegeklapt
- wij hadden meegeklapt
- jullie hadden meegeklapt
- zij hadden meegeklapt
Toekomende tijd I
- ik zal meeklappen
- jij zult meeklappen
- hij/zij/het zal meeklappen
- wij zullen meeklappen
- jullie zullen meeklappen
- zij zullen meeklappen
Toekomende tijd II
- ik zal meegeklapt hebben
- jij zult meegeklapt hebben
- hij/zij/het zal meegeklapt hebben
- wij zullen meegeklapt hebben
- jullie zullen meegeklapt hebben
- zij zullen meegeklapt hebben
Conditionalis I
- ik zou meeklappen
- jij zou meeklappen
- hij/zij/het zou meeklappen
- wij zouden meeklappen
- jullie zouden meeklappen
- zij zouden meeklappen
Conditionalis II
- ik zou hebben meegeklapt
- jij zou hebben meegeklapt
- hij/zij/het zou hebben meegeklapt
- wij zouden hebben meegeklapt
- jullie zouden hebben meegeklapt
- zij zouden hebben meegeklapt
Imperatief
- jij klap mee
- jullie klapt mee