Vervoeging van misgrijpen

Onbepaalde wijs (infinitief): misgrijpen

Vertaling: to miss

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik misgrijp
  • jij misgrijpt
  • hij/zij/het misgrijpt
  • wij misgrijpen
  • jullie misgrijpen
  • zij misgrijpen

Present

  • I miss
  • you miss
  • he/she/it misses
  • we miss
  • you miss
  • they miss

Onvoltooid verleden tijd

  • ik misgreep
  • jij misgreep
  • hij/zij/het misgreep
  • wij misgrepen
  • jullie misgrepen
  • zij misgrepen

Simple past

  • I missed
  • you missed
  • he/she/it missed
  • we missed
  • you missed
  • they missed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb misgrepen
  • jij hebt misgrepen
  • hij/zij/het heeft misgrepen
  • wij hebben misgrepen
  • jullie hebben misgrepen
  • zij hebben misgrepen

Present perfect

  • I have missed
  • you have missed
  • he/she/it has missed
  • we have missed
  • you have missed
  • they have missed

Voltooid verleden tijd

  • ik had misgrepen
  • jij had misgrepen
  • hij/zij/het had misgrepen
  • wij hadden misgrepen
  • jullie hadden misgrepen
  • zij hadden misgrepen

Past perfect

  • I had missed
  • you had missed
  • he/she/it had missed
  • we had missed
  • you had missed
  • they had missed

Toekomende tijd I

  • ik zal misgrijpen
  • jij zult misgrijpen
  • hij/zij/het zal misgrijpen
  • wij zullen misgrijpen
  • jullie zullen misgrijpen
  • zij zullen misgrijpen

Future

  • I will miss
  • you will miss
  • he/she/it will miss
  • we will miss
  • you will miss
  • they will miss

Toekomende tijd II

  • ik zal misgrepen hebben
  • jij zult misgrepen hebben
  • hij/zij/het zal misgrepen hebben
  • wij zullen misgrepen hebben
  • jullie zullen misgrepen hebben
  • zij zullen misgrepen hebben

Future perfect

  • I will have missed
  • you will have missed
  • he/she/it will have missed
  • we will have missed
  • you will have missed
  • they will have missed

Conditionalis I

  • ik zou misgrijpen
  • jij zou misgrijpen
  • hij/zij/het zou misgrijpen
  • wij zouden misgrijpen
  • jullie zouden misgrijpen
  • zij zouden misgrijpen

Conditional present

  • I would miss
  • you would miss
  • he/she/it would miss
  • we would miss
  • you would miss
  • they would miss

Conditionalis II

  • ik zou hebben misgrepen
  • jij zou hebben misgrepen
  • hij/zij/het zou hebben misgrepen
  • wij zouden hebben misgrepen
  • jullie zouden hebben misgrepen
  • zij zouden hebben misgrepen

Conditional perfect

  • I would have missed
  • you would have missed
  • he/she/it would have missed
  • we would have missed
  • you would have missed
  • they would have missed

Imperatief

  • jij misgrijp
  • jullie misgrijpt

Imperative

  • you miss
  • you miss

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van misgrijpen