Vervoeging van mooizitten

Onbepaalde wijs (infinitief): mooizitten

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het zit mooi
  • zij zitten mooi

Present

  • he/she/it begs
  • they beg

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het zat mooi
  • zij zaten mooi

Simple past

  • he/she/it begged
  • they begged

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft mooigezeten
  • zij hebben mooigezeten

Present perfect

  • he/she/it has begged
  • they have begged

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had mooigezeten
  • zij hadden mooigezeten

Past perfect

  • he/she/it had begged
  • they had begged

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal mooizitten
  • zij zult mooizitten

Future

  • he/she/it will beg
  • they will beg

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal mooigezeten hebben
  • zij zult mooigezeten hebben

Future perfect

  • he/she/it will have begged
  • they will have begged

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal mooizitten
  • zij zullen mooizitten

Conditional present

  • he/she/it would beg
  • they would beg

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben mooigezeten
  • zij zullen hebben mooigezeten

Conditional perfect

  • he/she/it would have begged
  • they would have begged