Vervoeging van muilkorven
Onbepaalde wijs (infinitief): muilkorven
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik muilkorf
- jij muilkorft
- hij/zij/het muilkorft
- wij muilkorven
- jullie muilkorven
- zij muilkorven
Present
- I muzzle
- you muzzle
- he/she/it muzzles
- we muzzle
- you muzzle
- they muzzle
Onvoltooid verleden tijd
- ik muilkorfde
- jij muilkorfde
- hij/zij/het muilkorfde
- wij muilkorfden
- jullie muilkorfden
- zij muilkorfden
Simple past
- I muzzled
- you muzzled
- he/she/it muzzled
- we muzzled
- you muzzled
- they muzzled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemuilkorfd
- jij hebt gemuilkorfd
- hij/zij/het heeft gemuilkorfd
- wij hebben gemuilkorfd
- jullie hebben gemuilkorfd
- zij hebben gemuilkorfd
Present perfect
- I have muzzled
- you have muzzled
- he/she/it has muzzled
- we have muzzled
- you have muzzled
- they have muzzled
Voltooid verleden tijd
- ik had gemuilkorfd
- jij had gemuilkorfd
- hij/zij/het had gemuilkorfd
- wij hadden gemuilkorfd
- jullie hadden gemuilkorfd
- zij hadden gemuilkorfd
Past perfect
- I had muzzled
- you had muzzled
- he/she/it had muzzled
- we had muzzled
- you had muzzled
- they had muzzled
Toekomende tijd I
- ik zal muilkorven
- jij zult muilkorven
- hij/zij/het zal muilkorven
- wij zullen muilkorven
- jullie zullen muilkorven
- zij zullen muilkorven
Future
- I will muzzle
- you will muzzle
- he/she/it will muzzle
- we will muzzle
- you will muzzle
- they will muzzle
Toekomende tijd II
- ik zal gemuilkorfd hebben
- jij zult gemuilkorfd hebben
- hij/zij/het zal gemuilkorfd hebben
- wij zullen gemuilkorfd hebben
- jullie zullen gemuilkorfd hebben
- zij zullen gemuilkorfd hebben
Future perfect
- I will have muzzled
- you will have muzzled
- he/she/it will have muzzled
- we will have muzzled
- you will have muzzled
- they will have muzzled
Conditionalis I
- ik zou muilkorven
- jij zou muilkorven
- hij/zij/het zou muilkorven
- wij zouden muilkorven
- jullie zouden muilkorven
- zij zouden muilkorven
Conditional present
- I would muzzle
- you would muzzle
- he/she/it would muzzle
- we would muzzle
- you would muzzle
- they would muzzle
Conditionalis II
- ik zou hebben gemuilkorfd
- jij zou hebben gemuilkorfd
- hij/zij/het zou hebben gemuilkorfd
- wij zouden hebben gemuilkorfd
- jullie zouden hebben gemuilkorfd
- zij zouden hebben gemuilkorfd
Conditional perfect
- I would have muzzled
- you would have muzzled
- he/she/it would have muzzled
- we would have muzzled
- you would have muzzled
- they would have muzzled
Imperatief
- jij muilkorf
- jullie muilkorft
Imperative
- you muzzle
- you muzzle