Vervoeging van mummificeren

Onbepaalde wijs (infinitief): mummificeren

Vertaling: to mummify

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik mummificeer
  • jij mummificeert
  • hij/zij/het mummificeert
  • wij mummificeren
  • jullie mummificeren
  • zij mummificeren

Present

  • I mummify
  • you mummify
  • he/she/it mummifies
  • we mummify
  • you mummify
  • they mummify

Onvoltooid verleden tijd

  • ik mummificeerde
  • jij mummificeerde
  • hij/zij/het mummificeerde
  • wij mummificeerden
  • jullie mummificeerden
  • zij mummificeerden

Simple past

  • I mummified
  • you mummified
  • he/she/it mummified
  • we mummified
  • you mummified
  • they mummified

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gemummificeerd
  • jij hebt gemummificeerd
  • hij/zij/het heeft gemummificeerd
  • wij hebben gemummificeerd
  • jullie hebben gemummificeerd
  • zij hebben gemummificeerd

Present perfect

  • I have mummified
  • you have mummified
  • he/she/it has mummified
  • we have mummified
  • you have mummified
  • they have mummified

Voltooid verleden tijd

  • ik had gemummificeerd
  • jij had gemummificeerd
  • hij/zij/het had gemummificeerd
  • wij hadden gemummificeerd
  • jullie hadden gemummificeerd
  • zij hadden gemummificeerd

Past perfect

  • I had mummified
  • you had mummified
  • he/she/it had mummified
  • we had mummified
  • you had mummified
  • they had mummified

Toekomende tijd I

  • ik zal mummificeren
  • jij zult mummificeren
  • hij/zij/het zal mummificeren
  • wij zullen mummificeren
  • jullie zullen mummificeren
  • zij zullen mummificeren

Future

  • I will mummify
  • you will mummify
  • he/she/it will mummify
  • we will mummify
  • you will mummify
  • they will mummify

Toekomende tijd II

  • ik zal gemummificeerd hebben
  • jij zult gemummificeerd hebben
  • hij/zij/het zal gemummificeerd hebben
  • wij zullen gemummificeerd hebben
  • jullie zullen gemummificeerd hebben
  • zij zullen gemummificeerd hebben

Future perfect

  • I will have mummified
  • you will have mummified
  • he/she/it will have mummified
  • we will have mummified
  • you will have mummified
  • they will have mummified

Conditionalis I

  • ik zou mummificeren
  • jij zou mummificeren
  • hij/zij/het zou mummificeren
  • wij zouden mummificeren
  • jullie zouden mummificeren
  • zij zouden mummificeren

Conditional present

  • I would mummify
  • you would mummify
  • he/she/it would mummify
  • we would mummify
  • you would mummify
  • they would mummify

Conditionalis II

  • ik zou hebben gemummificeerd
  • jij zou hebben gemummificeerd
  • hij/zij/het zou hebben gemummificeerd
  • wij zouden hebben gemummificeerd
  • jullie zouden hebben gemummificeerd
  • zij zouden hebben gemummificeerd

Conditional perfect

  • I would have mummified
  • you would have mummified
  • he/she/it would have mummified
  • we would have mummified
  • you would have mummified
  • they would have mummified

Imperatief

  • jij mummificeer
  • jullie mummificeert

Imperative

  • you mummify
  • you mummify

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van mummificeren