Vervoeging van omkukelen
Onbepaalde wijs (infinitief): omkukelen
Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kukel om
- jij kukelt om
- hij/zij/het kukelt om
- wij kukelen om
- jullie kukelen om
- zij kukelen om
Onvoltooid verleden tijd
- ik kukelde om
- jij kukelde om
- hij/zij/het kukelde om
- wij kukelden om
- jullie kukelden om
- zij kukelden om
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omgekukeld
- jij hebt omgekukeld
- hij/zij/het heeft omgekukeld
- wij hebben omgekukeld
- jullie hebben omgekukeld
- zij hebben omgekukeld
Voltooid verleden tijd
- ik had omgekukeld
- jij had omgekukeld
- hij/zij/het had omgekukeld
- wij hadden omgekukeld
- jullie hadden omgekukeld
- zij hadden omgekukeld
Toekomende tijd I
- ik zal omkukelen
- jij zult omkukelen
- hij/zij/het zal omkukelen
- wij zullen omkukelen
- jullie zullen omkukelen
- zij zullen omkukelen
Toekomende tijd II
- ik zal omgekukeld hebben
- jij zult omgekukeld hebben
- hij/zij/het zal omgekukeld hebben
- wij zullen omgekukeld hebben
- jullie zullen omgekukeld hebben
- zij zullen omgekukeld hebben
Conditionalis I
- ik zou omkukelen
- jij zou omkukelen
- hij/zij/het zou omkukelen
- wij zouden omkukelen
- jullie zouden omkukelen
- zij zouden omkukelen
Conditionalis II
- ik zou hebben omgekukeld
- jij zou hebben omgekukeld
- hij/zij/het zou hebben omgekukeld
- wij zouden hebben omgekukeld
- jullie zouden hebben omgekukeld
- zij zouden hebben omgekukeld
Imperatief
- jij kukel om
- jullie kukelt om