Vervoeging van ontveinzen

Onbepaalde wijs (infinitief): ontveinzen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik ontveins
  • jij ontveinst
  • hij/zij/het ontveinst
  • wij ontveinzen
  • jullie ontveinzen
  • zij ontveinzen

Present

  • I conceal
  • you conceal
  • he/she/it conceals
  • we conceal
  • you conceal
  • they conceal

Onvoltooid verleden tijd

  • ik ontveinsde
  • jij ontveinsde
  • hij/zij/het ontveinsde
  • wij ontveinsden
  • jullie ontveinsden
  • zij ontveinsden

Simple past

  • I concealed
  • you concealed
  • he/she/it concealed
  • we concealed
  • you concealed
  • they concealed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb ontveinsd
  • jij hebt ontveinsd
  • hij/zij/het heeft ontveinsd
  • wij hebben ontveinsd
  • jullie hebben ontveinsd
  • zij hebben ontveinsd

Present perfect

  • I have concealed
  • you have concealed
  • he/she/it has concealed
  • we have concealed
  • you have concealed
  • they have concealed

Voltooid verleden tijd

  • ik had ontveinsd
  • jij had ontveinsd
  • hij/zij/het had ontveinsd
  • wij hadden ontveinsd
  • jullie hadden ontveinsd
  • zij hadden ontveinsd

Past perfect

  • I had concealed
  • you had concealed
  • he/she/it had concealed
  • we had concealed
  • you had concealed
  • they had concealed

Toekomende tijd I

  • ik zal ontveinzen
  • jij zult ontveinzen
  • hij/zij/het zal ontveinzen
  • wij zullen ontveinzen
  • jullie zullen ontveinzen
  • zij zullen ontveinzen

Future

  • I will conceal
  • you will conceal
  • he/she/it will conceal
  • we will conceal
  • you will conceal
  • they will conceal

Toekomende tijd II

  • ik zal ontveinsd hebben
  • jij zult ontveinsd hebben
  • hij/zij/het zal ontveinsd hebben
  • wij zullen ontveinsd hebben
  • jullie zullen ontveinsd hebben
  • zij zullen ontveinsd hebben

Future perfect

  • I will have concealed
  • you will have concealed
  • he/she/it will have concealed
  • we will have concealed
  • you will have concealed
  • they will have concealed

Conditionalis I

  • ik zou ontveinzen
  • jij zou ontveinzen
  • hij/zij/het zou ontveinzen
  • wij zouden ontveinzen
  • jullie zouden ontveinzen
  • zij zouden ontveinzen

Conditional present

  • I would conceal
  • you would conceal
  • he/she/it would conceal
  • we would conceal
  • you would conceal
  • they would conceal

Conditionalis II

  • ik zou hebben ontveinsd
  • jij zou hebben ontveinsd
  • hij/zij/het zou hebben ontveinsd
  • wij zouden hebben ontveinsd
  • jullie zouden hebben ontveinsd
  • zij zouden hebben ontveinsd

Conditional perfect

  • I would have concealed
  • you would have concealed
  • he/she/it would have concealed
  • we would have concealed
  • you would have concealed
  • they would have concealed

Imperatief

  • jij ontveins
  • jullie ontveinst

Imperative

  • you conceal
  • you conceal

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van ontveinzen