Vervoeging van openvallen
Onbepaalde wijs (infinitief): openvallen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het valt open
- zij vallen open
Present
- he/she/it opens
- they open
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het viel open
- zij vielen open
Simple past
- he/she/it opened
- they opened
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft opengevallen
- zij hebben opengevallen
Present perfect
- he/she/it has opened
- they have opened
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had opengevallen
- zij hadden opengevallen
Past perfect
- he/she/it had opened
- they had opened
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal openvallen
- zij zult openvallen
Future
- he/she/it will open
- they will open
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal opengevallen hebben
- zij zult opengevallen hebben
Future perfect
- he/she/it will have opened
- they will have opened
Conditionalis I
- hij/zij/het zal openvallen
- zij zullen openvallen
Conditional present
- he/she/it would open
- they would open
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben opengevallen
- zij zullen hebben opengevallen
Conditional perfect
- he/she/it would have opened
- they would have opened