Vervoeging van poffen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik pof
  • jij poft
  • hij/zij/het poft
  • wij poffen
  • jullie poffen
  • zij poffen

Present

  • I roast
  • you roast
  • he/she/it roasts
  • we roast
  • you roast
  • they roast

Onvoltooid verleden tijd

  • ik pofte
  • jij pofte
  • hij/zij/het pofte
  • wij poften
  • jullie poften
  • zij poften

Simple past

  • I roasted
  • you roasted
  • he/she/it roasted
  • we roasted
  • you roasted
  • they roasted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gepoft
  • jij hebt gepoft
  • hij/zij/het heeft gepoft
  • wij hebben gepoft
  • jullie hebben gepoft
  • zij hebben gepoft

Present perfect

  • I have roasted
  • you have roasted
  • he/she/it has roasted
  • we have roasted
  • you have roasted
  • they have roasted

Voltooid verleden tijd

  • ik had gepoft
  • jij had gepoft
  • hij/zij/het had gepoft
  • wij hadden gepoft
  • jullie hadden gepoft
  • zij hadden gepoft

Past perfect

  • I had roasted
  • you had roasted
  • he/she/it had roasted
  • we had roasted
  • you had roasted
  • they had roasted

Toekomende tijd I

  • ik zal poffen
  • jij zult poffen
  • hij/zij/het zal poffen
  • wij zullen poffen
  • jullie zullen poffen
  • zij zullen poffen

Future

  • I will roast
  • you will roast
  • he/she/it will roast
  • we will roast
  • you will roast
  • they will roast

Toekomende tijd II

  • ik zal gepoft hebben
  • jij zult gepoft hebben
  • hij/zij/het zal gepoft hebben
  • wij zullen gepoft hebben
  • jullie zullen gepoft hebben
  • zij zullen gepoft hebben

Future perfect

  • I will have roasted
  • you will have roasted
  • he/she/it will have roasted
  • we will have roasted
  • you will have roasted
  • they will have roasted

Conditionalis I

  • ik zou poffen
  • jij zou poffen
  • hij/zij/het zou poffen
  • wij zouden poffen
  • jullie zouden poffen
  • zij zouden poffen

Conditional present

  • I would roast
  • you would roast
  • he/she/it would roast
  • we would roast
  • you would roast
  • they would roast

Conditionalis II

  • ik zou hebben gepoft
  • jij zou hebben gepoft
  • hij/zij/het zou hebben gepoft
  • wij zouden hebben gepoft
  • jullie zouden hebben gepoft
  • zij zouden hebben gepoft

Conditional perfect

  • I would have roasted
  • you would have roasted
  • he/she/it would have roasted
  • we would have roasted
  • you would have roasted
  • they would have roasted

Imperatief

  • jij pof
  • jullie poft

Imperative

  • you roast
  • you roast

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van poffen