Vervoeging van renvooieren
Onbepaalde wijs (infinitief): renvooieren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik renvooieer
- jij renvooieert
- hij/zij/het renvooieert
- wij renvooieren
- jullie renvooieren
- zij renvooieren
Present
- I refer
- you refer
- he/she/it refers
- we refer
- you refer
- they refer
Onvoltooid verleden tijd
- ik renvooieerde
- jij renvooieerde
- hij/zij/het renvooieerde
- wij renvooieerden
- jullie renvooieerden
- zij renvooieerden
Simple past
- I referred
- you referred
- he/she/it referred
- we referred
- you referred
- they referred
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gerenvooieerd
- jij hebt gerenvooieerd
- hij/zij/het heeft gerenvooieerd
- wij hebben gerenvooieerd
- jullie hebben gerenvooieerd
- zij hebben gerenvooieerd
Present perfect
- I have referred
- you have referred
- he/she/it has referred
- we have referred
- you have referred
- they have referred
Voltooid verleden tijd
- ik had gerenvooieerd
- jij had gerenvooieerd
- hij/zij/het had gerenvooieerd
- wij hadden gerenvooieerd
- jullie hadden gerenvooieerd
- zij hadden gerenvooieerd
Past perfect
- I had referred
- you had referred
- he/she/it had referred
- we had referred
- you had referred
- they had referred
Toekomende tijd I
- ik zal renvooieren
- jij zult renvooieren
- hij/zij/het zal renvooieren
- wij zullen renvooieren
- jullie zullen renvooieren
- zij zullen renvooieren
Future
- I will refer
- you will refer
- he/she/it will refer
- we will refer
- you will refer
- they will refer
Toekomende tijd II
- ik zal gerenvooieerd hebben
- jij zult gerenvooieerd hebben
- hij/zij/het zal gerenvooieerd hebben
- wij zullen gerenvooieerd hebben
- jullie zullen gerenvooieerd hebben
- zij zullen gerenvooieerd hebben
Future perfect
- I will have referred
- you will have referred
- he/she/it will have referred
- we will have referred
- you will have referred
- they will have referred
Conditionalis I
- ik zou renvooieren
- jij zou renvooieren
- hij/zij/het zou renvooieren
- wij zouden renvooieren
- jullie zouden renvooieren
- zij zouden renvooieren
Conditional present
- I would refer
- you would refer
- he/she/it would refer
- we would refer
- you would refer
- they would refer
Conditionalis II
- ik zou hebben gerenvooieerd
- jij zou hebben gerenvooieerd
- hij/zij/het zou hebben gerenvooieerd
- wij zouden hebben gerenvooieerd
- jullie zouden hebben gerenvooieerd
- zij zouden hebben gerenvooieerd
Conditional perfect
- I would have referred
- you would have referred
- he/she/it would have referred
- we would have referred
- you would have referred
- they would have referred
Imperatief
- jij renvooieer
- jullie renvooieert
Imperative
- you refer
- you refer