Vervoeging van stenen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik steen
- jij steent
- hij/zij/het steent
- wij stenen
- jullie stenen
- zij stenen
Present
- I groan
- you groan
- he/she/it groans
- we groan
- you groan
- they groan
Onvoltooid verleden tijd
- ik steende
- jij steende
- hij/zij/het steende
- wij steenden
- jullie steenden
- zij steenden
Simple past
- I groaned
- you groaned
- he/she/it groaned
- we groaned
- you groaned
- they groaned
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesteend
- jij hebt gesteend
- hij/zij/het heeft gesteend
- wij hebben gesteend
- jullie hebben gesteend
- zij hebben gesteend
Present perfect
- I have groaned
- you have groaned
- he/she/it has groaned
- we have groaned
- you have groaned
- they have groaned
Voltooid verleden tijd
- ik had gesteend
- jij had gesteend
- hij/zij/het had gesteend
- wij hadden gesteend
- jullie hadden gesteend
- zij hadden gesteend
Past perfect
- I had groaned
- you had groaned
- he/she/it had groaned
- we had groaned
- you had groaned
- they had groaned
Toekomende tijd I
- ik zal stenen
- jij zult stenen
- hij/zij/het zal stenen
- wij zullen stenen
- jullie zullen stenen
- zij zullen stenen
Future
- I will groan
- you will groan
- he/she/it will groan
- we will groan
- you will groan
- they will groan
Toekomende tijd II
- ik zal gesteend hebben
- jij zult gesteend hebben
- hij/zij/het zal gesteend hebben
- wij zullen gesteend hebben
- jullie zullen gesteend hebben
- zij zullen gesteend hebben
Future perfect
- I will have groaned
- you will have groaned
- he/she/it will have groaned
- we will have groaned
- you will have groaned
- they will have groaned
Conditionalis I
- ik zou stenen
- jij zou stenen
- hij/zij/het zou stenen
- wij zouden stenen
- jullie zouden stenen
- zij zouden stenen
Conditional present
- I would groan
- you would groan
- he/she/it would groan
- we would groan
- you would groan
- they would groan
Conditionalis II
- ik zou hebben gesteend
- jij zou hebben gesteend
- hij/zij/het zou hebben gesteend
- wij zouden hebben gesteend
- jullie zouden hebben gesteend
- zij zouden hebben gesteend
Conditional perfect
- I would have groaned
- you would have groaned
- he/she/it would have groaned
- we would have groaned
- you would have groaned
- they would have groaned
Imperatief
- jij steen
- jullie steent
Imperative
- you groan
- you groan