Vervoeging van temen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik teem
  • jij teemt
  • hij/zij/het teemt
  • wij temen
  • jullie temen
  • zij temen

Present

  • I whine
  • you whine
  • he/she/it whines
  • we whine
  • you whine
  • they whine

Onvoltooid verleden tijd

  • ik teemde
  • jij teemde
  • hij/zij/het teemde
  • wij teemden
  • jullie teemden
  • zij teemden

Simple past

  • I whined
  • you whined
  • he/she/it whined
  • we whined
  • you whined
  • they whined

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geteemd
  • jij hebt geteemd
  • hij/zij/het heeft geteemd
  • wij hebben geteemd
  • jullie hebben geteemd
  • zij hebben geteemd

Present perfect

  • I have whined
  • you have whined
  • he/she/it has whined
  • we have whined
  • you have whined
  • they have whined

Voltooid verleden tijd

  • ik had geteemd
  • jij had geteemd
  • hij/zij/het had geteemd
  • wij hadden geteemd
  • jullie hadden geteemd
  • zij hadden geteemd

Past perfect

  • I had whined
  • you had whined
  • he/she/it had whined
  • we had whined
  • you had whined
  • they had whined

Toekomende tijd I

  • ik zal temen
  • jij zult temen
  • hij/zij/het zal temen
  • wij zullen temen
  • jullie zullen temen
  • zij zullen temen

Future

  • I will whine
  • you will whine
  • he/she/it will whine
  • we will whine
  • you will whine
  • they will whine

Toekomende tijd II

  • ik zal geteemd hebben
  • jij zult geteemd hebben
  • hij/zij/het zal geteemd hebben
  • wij zullen geteemd hebben
  • jullie zullen geteemd hebben
  • zij zullen geteemd hebben

Future perfect

  • I will have whined
  • you will have whined
  • he/she/it will have whined
  • we will have whined
  • you will have whined
  • they will have whined

Conditionalis I

  • ik zou temen
  • jij zou temen
  • hij/zij/het zou temen
  • wij zouden temen
  • jullie zouden temen
  • zij zouden temen

Conditional present

  • I would whine
  • you would whine
  • he/she/it would whine
  • we would whine
  • you would whine
  • they would whine

Conditionalis II

  • ik zou hebben geteemd
  • jij zou hebben geteemd
  • hij/zij/het zou hebben geteemd
  • wij zouden hebben geteemd
  • jullie zouden hebben geteemd
  • zij zouden hebben geteemd

Conditional perfect

  • I would have whined
  • you would have whined
  • he/she/it would have whined
  • we would have whined
  • you would have whined
  • they would have whined

Imperatief

  • jij teem
  • jullie teemt

Imperative

  • you whine
  • you whine

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van temen