Vervoeging van uitloven
Onbepaalde wijs (infinitief): uitloven
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik loof uit
- jij looft uit
- hij/zij/het looft uit
- wij loven uit
- jullie loven uit
- zij loven uit
Present
- I can
- you can
- he/she/it can
- we can
- you can
- they can
Onvoltooid verleden tijd
- ik loofde uit
- jij loofde uit
- hij/zij/het loofde uit
- wij loofden uit
- jullie loofden uit
- zij loofden uit
Simple past
- I could
- you could
- he/she/it could
- we could
- you could
- they could