Vervoeging van uitsterven
Onbepaalde wijs (infinitief): uitsterven
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het sterft uit
- zij sterven uit
Present
- he/she/it expires
- they expire
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het stierf uit
- zij stierven uit
Simple past
- he/she/it expired
- they expired
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is uitgestorven
- zij zijn uitgestorven
Present perfect
- he/she/it has expired
- they have expired
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was uitgestorven
- zij waren uitgestorven
Past perfect
- he/she/it had expired
- they had expired
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal uitsterven
- zij zult uitsterven
Future
- he/she/it will expire
- they will expire
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal uitgestorven zijn
- zij zult uitgestorven zijn
Future perfect
- he/she/it will have expired
- they will have expired
Conditionalis I
- hij/zij/het zal uitsterven
- zij zullen uitsterven
Conditional present
- he/she/it would expire
- they would expire
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn uitgestorven
- zij zullen zijn uitgestorven
Conditional perfect
- he/she/it would have expired
- they would have expired