Vervoeging van verbaliseren
Onbepaalde wijs (infinitief): verbaliseren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verbaliseer
- jij verbaliseert
- hij/zij/het verbaliseert
- wij verbaliseren
- jullie verbaliseren
- zij verbaliseren
Present
- I fine
- you fine
- he/she/it fines
- we fine
- you fine
- they fine
Onvoltooid verleden tijd
- ik verbaliseerde
- jij verbaliseerde
- hij/zij/het verbaliseerde
- wij verbaliseerden
- jullie verbaliseerden
- zij verbaliseerden
Simple past
- I fined
- you fined
- he/she/it fined
- we fined
- you fined
- they fined
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geverbaliseerd
- jij hebt geverbaliseerd
- hij/zij/het heeft geverbaliseerd
- wij hebben geverbaliseerd
- jullie hebben geverbaliseerd
- zij hebben geverbaliseerd
Present perfect
- I have fined
- you have fined
- he/she/it has fined
- we have fined
- you have fined
- they have fined
Voltooid verleden tijd
- ik had geverbaliseerd
- jij had geverbaliseerd
- hij/zij/het had geverbaliseerd
- wij hadden geverbaliseerd
- jullie hadden geverbaliseerd
- zij hadden geverbaliseerd
Past perfect
- I had fined
- you had fined
- he/she/it had fined
- we had fined
- you had fined
- they had fined
Toekomende tijd I
- ik zal verbaliseren
- jij zult verbaliseren
- hij/zij/het zal verbaliseren
- wij zullen verbaliseren
- jullie zullen verbaliseren
- zij zullen verbaliseren
Future
- I will fine
- you will fine
- he/she/it will fine
- we will fine
- you will fine
- they will fine
Toekomende tijd II
- ik zal geverbaliseerd hebben
- jij zult geverbaliseerd hebben
- hij/zij/het zal geverbaliseerd hebben
- wij zullen geverbaliseerd hebben
- jullie zullen geverbaliseerd hebben
- zij zullen geverbaliseerd hebben
Future perfect
- I will have fined
- you will have fined
- he/she/it will have fined
- we will have fined
- you will have fined
- they will have fined
Conditionalis I
- ik zou verbaliseren
- jij zou verbaliseren
- hij/zij/het zou verbaliseren
- wij zouden verbaliseren
- jullie zouden verbaliseren
- zij zouden verbaliseren
Conditional present
- I would fine
- you would fine
- he/she/it would fine
- we would fine
- you would fine
- they would fine
Conditionalis II
- ik zou hebben geverbaliseerd
- jij zou hebben geverbaliseerd
- hij/zij/het zou hebben geverbaliseerd
- wij zouden hebben geverbaliseerd
- jullie zouden hebben geverbaliseerd
- zij zouden hebben geverbaliseerd
Conditional perfect
- I would have fined
- you would have fined
- he/she/it would have fined
- we would have fined
- you would have fined
- they would have fined
Imperatief
- jij verbaliseer
- jullie verbaliseert
Imperative
- you fine
- you fine