Vervoeging van verdonkeremanen
Onbepaalde wijs (infinitief): verdonkeremanen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verdonkeremaan
- jij verdonkeremaant
- hij/zij/het verdonkeremaant
- wij verdonkeremanen
- jullie verdonkeremanen
- zij verdonkeremanen
Present
- I embezzle
- you embezzle
- he/she/it embezzles
- we embezzle
- you embezzle
- they embezzle
Onvoltooid verleden tijd
- ik verdonkeremaande
- jij verdonkeremaande
- hij/zij/het verdonkeremaande
- wij verdonkeremaanden
- jullie verdonkeremaanden
- zij verdonkeremaanden
Simple past
- I embezzled
- you embezzled
- he/she/it embezzled
- we embezzled
- you embezzled
- they embezzled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verdonkeremaand
- jij hebt verdonkeremaand
- hij/zij/het heeft verdonkeremaand
- wij hebben verdonkeremaand
- jullie hebben verdonkeremaand
- zij hebben verdonkeremaand
Present perfect
- I have embezzled
- you have embezzled
- he/she/it has embezzled
- we have embezzled
- you have embezzled
- they have embezzled
Voltooid verleden tijd
- ik had verdonkeremaand
- jij had verdonkeremaand
- hij/zij/het had verdonkeremaand
- wij hadden verdonkeremaand
- jullie hadden verdonkeremaand
- zij hadden verdonkeremaand
Past perfect
- I had embezzled
- you had embezzled
- he/she/it had embezzled
- we had embezzled
- you had embezzled
- they had embezzled
Toekomende tijd I
- ik zal verdonkeremanen
- jij zult verdonkeremanen
- hij/zij/het zal verdonkeremanen
- wij zullen verdonkeremanen
- jullie zullen verdonkeremanen
- zij zullen verdonkeremanen
Future
- I will embezzle
- you will embezzle
- he/she/it will embezzle
- we will embezzle
- you will embezzle
- they will embezzle
Toekomende tijd II
- ik zal verdonkeremaand hebben
- jij zult verdonkeremaand hebben
- hij/zij/het zal verdonkeremaand hebben
- wij zullen verdonkeremaand hebben
- jullie zullen verdonkeremaand hebben
- zij zullen verdonkeremaand hebben
Future perfect
- I will have embezzled
- you will have embezzled
- he/she/it will have embezzled
- we will have embezzled
- you will have embezzled
- they will have embezzled
Conditionalis I
- ik zou verdonkeremanen
- jij zou verdonkeremanen
- hij/zij/het zou verdonkeremanen
- wij zouden verdonkeremanen
- jullie zouden verdonkeremanen
- zij zouden verdonkeremanen
Conditional present
- I would embezzle
- you would embezzle
- he/she/it would embezzle
- we would embezzle
- you would embezzle
- they would embezzle
Conditionalis II
- ik zou hebben verdonkeremaand
- jij zou hebben verdonkeremaand
- hij/zij/het zou hebben verdonkeremaand
- wij zouden hebben verdonkeremaand
- jullie zouden hebben verdonkeremaand
- zij zouden hebben verdonkeremaand
Conditional perfect
- I would have embezzled
- you would have embezzled
- he/she/it would have embezzled
- we would have embezzled
- you would have embezzled
- they would have embezzled
Imperatief
- jij verdonkeremaan
- jullie verdonkeremaant
Imperative
- you embezzle
- you embezzle