Vervoeging van vereenzelvigen
Onbepaalde wijs (infinitief): vereenzelvigen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vereenzelvig
- jij vereenzelvigt
- hij/zij/het vereenzelvigt
- wij vereenzelvigen
- jullie vereenzelvigen
- zij vereenzelvigen
Present
- I identify
- you identify
- he/she/it identifies
- we identify
- you identify
- they identify
Onvoltooid verleden tijd
- ik vereenzelvigde
- jij vereenzelvigde
- hij/zij/het vereenzelvigde
- wij vereenzelvigden
- jullie vereenzelvigden
- zij vereenzelvigden
Simple past
- I identified
- you identified
- he/she/it identified
- we identified
- you identified
- they identified
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vereenzelvigd
- jij hebt vereenzelvigd
- hij/zij/het heeft vereenzelvigd
- wij hebben vereenzelvigd
- jullie hebben vereenzelvigd
- zij hebben vereenzelvigd
Present perfect
- I have identified
- you have identified
- he/she/it has identified
- we have identified
- you have identified
- they have identified
Voltooid verleden tijd
- ik had vereenzelvigd
- jij had vereenzelvigd
- hij/zij/het had vereenzelvigd
- wij hadden vereenzelvigd
- jullie hadden vereenzelvigd
- zij hadden vereenzelvigd
Past perfect
- I had identified
- you had identified
- he/she/it had identified
- we had identified
- you had identified
- they had identified
Toekomende tijd I
- ik zal vereenzelvigen
- jij zult vereenzelvigen
- hij/zij/het zal vereenzelvigen
- wij zullen vereenzelvigen
- jullie zullen vereenzelvigen
- zij zullen vereenzelvigen
Future
- I will identify
- you will identify
- he/she/it will identify
- we will identify
- you will identify
- they will identify
Toekomende tijd II
- ik zal vereenzelvigd hebben
- jij zult vereenzelvigd hebben
- hij/zij/het zal vereenzelvigd hebben
- wij zullen vereenzelvigd hebben
- jullie zullen vereenzelvigd hebben
- zij zullen vereenzelvigd hebben
Future perfect
- I will have identified
- you will have identified
- he/she/it will have identified
- we will have identified
- you will have identified
- they will have identified
Conditionalis I
- ik zou vereenzelvigen
- jij zou vereenzelvigen
- hij/zij/het zou vereenzelvigen
- wij zouden vereenzelvigen
- jullie zouden vereenzelvigen
- zij zouden vereenzelvigen
Conditional present
- I would identify
- you would identify
- he/she/it would identify
- we would identify
- you would identify
- they would identify
Conditionalis II
- ik zou hebben vereenzelvigd
- jij zou hebben vereenzelvigd
- hij/zij/het zou hebben vereenzelvigd
- wij zouden hebben vereenzelvigd
- jullie zouden hebben vereenzelvigd
- zij zouden hebben vereenzelvigd
Conditional perfect
- I would have identified
- you would have identified
- he/she/it would have identified
- we would have identified
- you would have identified
- they would have identified
Imperatief
- jij vereenzelvig
- jullie vereenzelvigt
Imperative
- you identify
- you identify