Vervoeging van vereeuwigen
Onbepaalde wijs (infinitief): vereeuwigen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vereeuwig
- jij vereeuwigt
- hij/zij/het vereeuwigt
- wij vereeuwigen
- jullie vereeuwigen
- zij vereeuwigen
Present
- I eternalize
- you eternalize
- he/she/it eternalizes
- we eternalize
- you eternalize
- they eternalize
Onvoltooid verleden tijd
- ik vereeuwigde
- jij vereeuwigde
- hij/zij/het vereeuwigde
- wij vereeuwigden
- jullie vereeuwigden
- zij vereeuwigden
Simple past
- I eternalized
- you eternalized
- he/she/it eternalized
- we eternalized
- you eternalized
- they eternalized
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vereeuwigd
- jij hebt vereeuwigd
- hij/zij/het heeft vereeuwigd
- wij hebben vereeuwigd
- jullie hebben vereeuwigd
- zij hebben vereeuwigd
Present perfect
- I have eternalized
- you have eternalized
- he/she/it has eternalized
- we have eternalized
- you have eternalized
- they have eternalized
Voltooid verleden tijd
- ik had vereeuwigd
- jij had vereeuwigd
- hij/zij/het had vereeuwigd
- wij hadden vereeuwigd
- jullie hadden vereeuwigd
- zij hadden vereeuwigd
Past perfect
- I had eternalized
- you had eternalized
- he/she/it had eternalized
- we had eternalized
- you had eternalized
- they had eternalized
Toekomende tijd I
- ik zal vereeuwigen
- jij zult vereeuwigen
- hij/zij/het zal vereeuwigen
- wij zullen vereeuwigen
- jullie zullen vereeuwigen
- zij zullen vereeuwigen
Future
- I will eternalize
- you will eternalize
- he/she/it will eternalize
- we will eternalize
- you will eternalize
- they will eternalize
Toekomende tijd II
- ik zal vereeuwigd hebben
- jij zult vereeuwigd hebben
- hij/zij/het zal vereeuwigd hebben
- wij zullen vereeuwigd hebben
- jullie zullen vereeuwigd hebben
- zij zullen vereeuwigd hebben
Future perfect
- I will have eternalized
- you will have eternalized
- he/she/it will have eternalized
- we will have eternalized
- you will have eternalized
- they will have eternalized
Conditionalis I
- ik zou vereeuwigen
- jij zou vereeuwigen
- hij/zij/het zou vereeuwigen
- wij zouden vereeuwigen
- jullie zouden vereeuwigen
- zij zouden vereeuwigen
Conditional present
- I would eternalize
- you would eternalize
- he/she/it would eternalize
- we would eternalize
- you would eternalize
- they would eternalize
Conditionalis II
- ik zou hebben vereeuwigd
- jij zou hebben vereeuwigd
- hij/zij/het zou hebben vereeuwigd
- wij zouden hebben vereeuwigd
- jullie zouden hebben vereeuwigd
- zij zouden hebben vereeuwigd
Conditional perfect
- I would have eternalized
- you would have eternalized
- he/she/it would have eternalized
- we would have eternalized
- you would have eternalized
- they would have eternalized
Imperatief
- jij vereeuwig
- jullie vereeuwigt
Imperative
- you eternalize
- you eternalize