Vervoeging van verinnerlijken
Onbepaalde wijs (infinitief): verinnerlijken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verinnerlijk
- jij verinnerlijkt
- hij/zij/het verinnerlijkt
- wij verinnerlijken
- jullie verinnerlijken
- zij verinnerlijken
Present
- I integrate
- you integrate
- he/she/it integrates
- we integrate
- you integrate
- they integrate
Onvoltooid verleden tijd
- ik verinnerlijkte
- jij verinnerlijkte
- hij/zij/het verinnerlijkte
- wij verinnerlijkten
- jullie verinnerlijkten
- zij verinnerlijkten
Simple past
- I integrated
- you integrated
- he/she/it integrated
- we integrated
- you integrated
- they integrated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verinnerlijkt
- jij hebt verinnerlijkt
- hij/zij/het heeft verinnerlijkt
- wij hebben verinnerlijkt
- jullie hebben verinnerlijkt
- zij hebben verinnerlijkt
Present perfect
- I have integrated
- you have integrated
- he/she/it has integrated
- we have integrated
- you have integrated
- they have integrated
Voltooid verleden tijd
- ik had verinnerlijkt
- jij had verinnerlijkt
- hij/zij/het had verinnerlijkt
- wij hadden verinnerlijkt
- jullie hadden verinnerlijkt
- zij hadden verinnerlijkt
Past perfect
- I had integrated
- you had integrated
- he/she/it had integrated
- we had integrated
- you had integrated
- they had integrated
Toekomende tijd I
- ik zal verinnerlijken
- jij zult verinnerlijken
- hij/zij/het zal verinnerlijken
- wij zullen verinnerlijken
- jullie zullen verinnerlijken
- zij zullen verinnerlijken
Future
- I will integrate
- you will integrate
- he/she/it will integrate
- we will integrate
- you will integrate
- they will integrate
Toekomende tijd II
- ik zal verinnerlijkt hebben
- jij zult verinnerlijkt hebben
- hij/zij/het zal verinnerlijkt hebben
- wij zullen verinnerlijkt hebben
- jullie zullen verinnerlijkt hebben
- zij zullen verinnerlijkt hebben
Future perfect
- I will have integrated
- you will have integrated
- he/she/it will have integrated
- we will have integrated
- you will have integrated
- they will have integrated
Conditionalis I
- ik zou verinnerlijken
- jij zou verinnerlijken
- hij/zij/het zou verinnerlijken
- wij zouden verinnerlijken
- jullie zouden verinnerlijken
- zij zouden verinnerlijken
Conditional present
- I would integrate
- you would integrate
- he/she/it would integrate
- we would integrate
- you would integrate
- they would integrate
Conditionalis II
- ik zou hebben verinnerlijkt
- jij zou hebben verinnerlijkt
- hij/zij/het zou hebben verinnerlijkt
- wij zouden hebben verinnerlijkt
- jullie zouden hebben verinnerlijkt
- zij zouden hebben verinnerlijkt
Conditional perfect
- I would have integrated
- you would have integrated
- he/she/it would have integrated
- we would have integrated
- you would have integrated
- they would have integrated
Imperatief
- jij verinnerlijk
- jullie verinnerlijkt
Imperative
- you integrate
- you integrate