Vervoeging van verschansen
Onbepaalde wijs (infinitief): verschansen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verschans
- jij verschanst
- hij/zij/het verschanst
- wij verschansen
- jullie verschansen
- zij verschansen
Present
- I bulwark
- you bulwark
- he/she/it bulwarks
- we bulwark
- you bulwark
- they bulwark
Onvoltooid verleden tijd
- ik verschanste
- jij verschanste
- hij/zij/het verschanste
- wij verschansten
- jullie verschansten
- zij verschansten
Simple past
- I bulwarked
- you bulwarked
- he/she/it bulwarked
- we bulwarked
- you bulwarked
- they bulwarked
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verschanst
- jij hebt verschanst
- hij/zij/het heeft verschanst
- wij hebben verschanst
- jullie hebben verschanst
- zij hebben verschanst
Present perfect
- I have bulwarked
- you have bulwarked
- he/she/it has bulwarked
- we have bulwarked
- you have bulwarked
- they have bulwarked
Voltooid verleden tijd
- ik had verschanst
- jij had verschanst
- hij/zij/het had verschanst
- wij hadden verschanst
- jullie hadden verschanst
- zij hadden verschanst
Past perfect
- I had bulwarked
- you had bulwarked
- he/she/it had bulwarked
- we had bulwarked
- you had bulwarked
- they had bulwarked
Toekomende tijd I
- ik zal verschansen
- jij zult verschansen
- hij/zij/het zal verschansen
- wij zullen verschansen
- jullie zullen verschansen
- zij zullen verschansen
Future
- I will bulwark
- you will bulwark
- he/she/it will bulwark
- we will bulwark
- you will bulwark
- they will bulwark
Toekomende tijd II
- ik zal verschanst hebben
- jij zult verschanst hebben
- hij/zij/het zal verschanst hebben
- wij zullen verschanst hebben
- jullie zullen verschanst hebben
- zij zullen verschanst hebben
Future perfect
- I will have bulwarked
- you will have bulwarked
- he/she/it will have bulwarked
- we will have bulwarked
- you will have bulwarked
- they will have bulwarked
Conditionalis I
- ik zou verschansen
- jij zou verschansen
- hij/zij/het zou verschansen
- wij zouden verschansen
- jullie zouden verschansen
- zij zouden verschansen
Conditional present
- I would bulwark
- you would bulwark
- he/she/it would bulwark
- we would bulwark
- you would bulwark
- they would bulwark
Conditionalis II
- ik zou hebben verschanst
- jij zou hebben verschanst
- hij/zij/het zou hebben verschanst
- wij zouden hebben verschanst
- jullie zouden hebben verschanst
- zij zouden hebben verschanst
Conditional perfect
- I would have bulwarked
- you would have bulwarked
- he/she/it would have bulwarked
- we would have bulwarked
- you would have bulwarked
- they would have bulwarked
Imperatief
- jij verschans
- jullie verschanst
Imperative
- you bulwark
- you bulwark