Vervoeging van volstorten
Onbepaalde wijs (infinitief): volstorten
Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stort vol
- jij stort vol
- hij/zij/het stort vol
- wij storten vol
- jullie storten vol
- zij storten vol
Onvoltooid verleden tijd
- ik stortte vol
- jij stortte vol
- hij/zij/het stortte vol
- wij stortten vol
- jullie stortten vol
- zij stortten vol
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb volgestort
- jij hebt volgestort
- hij/zij/het heeft volgestort
- wij hebben volgestort
- jullie hebben volgestort
- zij hebben volgestort
Voltooid verleden tijd
- ik had volgestort
- jij had volgestort
- hij/zij/het had volgestort
- wij hadden volgestort
- jullie hadden volgestort
- zij hadden volgestort
Toekomende tijd I
- ik zal volstorten
- jij zult volstorten
- hij/zij/het zal volstorten
- wij zullen volstorten
- jullie zullen volstorten
- zij zullen volstorten
Toekomende tijd II
- ik zal volgestort hebben
- jij zult volgestort hebben
- hij/zij/het zal volgestort hebben
- wij zullen volgestort hebben
- jullie zullen volgestort hebben
- zij zullen volgestort hebben
Conditionalis I
- ik zou volstorten
- jij zou volstorten
- hij/zij/het zou volstorten
- wij zouden volstorten
- jullie zouden volstorten
- zij zouden volstorten
Conditionalis II
- ik zou hebben volgestort
- jij zou hebben volgestort
- hij/zij/het zou hebben volgestort
- wij zouden hebben volgestort
- jullie zouden hebben volgestort
- zij zouden hebben volgestort
Imperatief
- jij stort vol
- jullie stort vol