Vervoeging van vrijstaan
Onbepaalde wijs (infinitief): vrijstaan
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het staat vrij
- zij staan vrij
Present
- he/she/it lends
- they lend
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het stond vrij
- zij stonden vrij
Simple past
- he/she/it lent
- they lent
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft vrijgestaan
- zij hebben vrijgestaan
Present perfect
- he/she/it has lent
- they have lent
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had vrijgestaan
- zij hadden vrijgestaan
Past perfect
- he/she/it had lent
- they had lent
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal vrijstaan
- zij zult vrijstaan
Future
- he/she/it will lend
- they will lend
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal vrijgestaan hebben
- zij zult vrijgestaan hebben
Future perfect
- he/she/it will have lent
- they will have lent
Conditionalis I
- hij/zij/het zal vrijstaan
- zij zullen vrijstaan
Conditional present
- he/she/it would lend
- they would lend
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben vrijgestaan
- zij zullen hebben vrijgestaan
Conditional perfect
- he/she/it would have lent
- they would have lent