Vervoeging van aanloden
Onbepaalde wijs (infinitief): aanloden
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lood aan
- jij loodt aan
- hij/zij/het loodt aan
- wij loden aan
- jullie loden aan
- zij loden aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik loodde aan
- jij loodde aan
- hij/zij/het loodde aan
- wij loodden aan
- jullie loodden aan
- zij loodden aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangelood
- jij hebt aangelood
- hij/zij/het heeft aangelood
- wij hebben aangelood
- jullie hebben aangelood
- zij hebben aangelood
Voltooid verleden tijd
- ik had aangelood
- jij had aangelood
- hij/zij/het had aangelood
- wij hadden aangelood
- jullie hadden aangelood
- zij hadden aangelood
Toekomende tijd I
- ik zal aanloden
- jij zult aanloden
- hij/zij/het zal aanloden
- wij zullen aanloden
- jullie zullen aanloden
- zij zullen aanloden
Toekomende tijd II
- ik zal aangelood hebben
- jij zult aangelood hebben
- hij/zij/het zal aangelood hebben
- wij zullen aangelood hebben
- jullie zullen aangelood hebben
- zij zullen aangelood hebben
Conditionalis I
- ik zou aanloden
- jij zou aanloden
- hij/zij/het zou aanloden
- wij zouden aanloden
- jullie zouden aanloden
- zij zouden aanloden
Conditionalis II
- ik zou hebben aangelood
- jij zou hebben aangelood
- hij/zij/het zou hebben aangelood
- wij zouden hebben aangelood
- jullie zouden hebben aangelood
- zij zouden hebben aangelood
Imperatief
- jij lood aan
- jullie loodt aan