Vervoeging van aanschuiven
Onbepaalde wijs (infinitief): aanschuiven
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schuif aan
- jij schuift aan
- hij/zij/het schuift aan
- wij schuiven aan
- jullie schuiven aan
- zij schuiven aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik schoof aan
- jij schoof aan
- hij/zij/het schoof aan
- wij schoven aan
- jullie schoven aan
- zij schoven aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangeschoven
- jij hebt aangeschoven
- hij/zij/het heeft aangeschoven
- wij hebben aangeschoven
- jullie hebben aangeschoven
- zij hebben aangeschoven
Voltooid verleden tijd
- ik had aangeschoven
- jij had aangeschoven
- hij/zij/het had aangeschoven
- wij hadden aangeschoven
- jullie hadden aangeschoven
- zij hadden aangeschoven
Toekomende tijd I
- ik zal aanschuiven
- jij zult aanschuiven
- hij/zij/het zal aanschuiven
- wij zullen aanschuiven
- jullie zullen aanschuiven
- zij zullen aanschuiven
Toekomende tijd II
- ik zal aangeschoven hebben
- jij zult aangeschoven hebben
- hij/zij/het zal aangeschoven hebben
- wij zullen aangeschoven hebben
- jullie zullen aangeschoven hebben
- zij zullen aangeschoven hebben
Conditionalis I
- ik zou aanschuiven
- jij zou aanschuiven
- hij/zij/het zou aanschuiven
- wij zouden aanschuiven
- jullie zouden aanschuiven
- zij zouden aanschuiven
Conditionalis II
- ik zou hebben aangeschoven
- jij zou hebben aangeschoven
- hij/zij/het zou hebben aangeschoven
- wij zouden hebben aangeschoven
- jullie zouden hebben aangeschoven
- zij zouden hebben aangeschoven
Imperatief
- jij schuif aan
- jullie schuift aan