Vervoeging van aanwassen
Onbepaalde wijs (infinitief): aanwassen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het wast aan
- zij wassen aan
Indicativo presente
- él/ella crece
- ellos/ellas crecen
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het wies aan
- zij wiesen aan
Indefinido
- él/ella creció
- ellos/ellas crecieron
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is aangewassen
- zij zijn aangewassen
Pretérito perfecto compuesto
- él/ella ha crecido
- ellos/ellas han crecido
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was aangewassen
- zij waren aangewassen
Pluscuamperfecto
- él/ella había crecido
- ellos/ellas habían crecido
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal aanwassen
- zij zult aanwassen
Futuro I
- él/ella crecerá
- ellos/ellas crecerán
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal aangewassen zijn
- zij zult aangewassen zijn
Futuro perfecto
- él/ella habrá crecido
- ellos/ellas habrán crecido
Conditionalis I
- hij/zij/het zal aanwassen
- zij zullen aanwassen
Condicional
- él/ella crecería
- ellos/ellas crecerían
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn aangewassen
- zij zullen zijn aangewassen
Condicional perfecto
- él/ella habría crecido
- ellos/ellas habrían crecido