Vervoeging van aarden
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik aard
- jij aardt
- hij/zij/het aardt
- wij aarden
- jullie aarden
- zij aarden
Onvoltooid verleden tijd
- ik aardde
- jij aardde
- hij/zij/het aardde
- wij aardden
- jullie aardden
- zij aardden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geaard
- jij hebt geaard
- hij/zij/het heeft geaard
- wij hebben geaard
- jullie hebben geaard
- zij hebben geaard
Voltooid verleden tijd
- ik had geaard
- jij had geaard
- hij/zij/het had geaard
- wij hadden geaard
- jullie hadden geaard
- zij hadden geaard
Toekomende tijd I
- ik zal aarden
- jij zult aarden
- hij/zij/het zal aarden
- wij zullen aarden
- jullie zullen aarden
- zij zullen aarden
Toekomende tijd II
- ik zal geaard hebben
- jij zult geaard hebben
- hij/zij/het zal geaard hebben
- wij zullen geaard hebben
- jullie zullen geaard hebben
- zij zullen geaard hebben
Conditionalis I
- ik zou aarden
- jij zou aarden
- hij/zij/het zou aarden
- wij zouden aarden
- jullie zouden aarden
- zij zouden aarden
Conditionalis II
- ik zou hebben geaard
- jij zou hebben geaard
- hij/zij/het zou hebben geaard
- wij zouden hebben geaard
- jullie zouden hebben geaard
- zij zouden hebben geaard
Imperatief
- jij aard
- jullie aardt