Vervoeging van afvloeien
Onbepaalde wijs (infinitief): afvloeien
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het vloeit af
- zij vloeien af
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het vloeide af
- zij vloeiden af
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft afgevloeid
- zij hebben afgevloeid
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had afgevloeid
- zij hadden afgevloeid
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal afvloeien
- zij zult afvloeien
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal afgevloeid hebben
- zij zult afgevloeid hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal afvloeien
- zij zullen afvloeien
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben afgevloeid
- zij zullen hebben afgevloeid