Vervoeging van beethebben
Onbepaalde wijs (infinitief): beethebben
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik heb beet
- jij hebt beet
- hij/zij/het heeft beet
- wij hebben beet
- jullie hebben beet
- zij hebben beet
Onvoltooid verleden tijd
- ik had beet
- jij had beet
- hij/zij/het had beet
- wij hadden beet
- jullie hadden beet
- zij hadden beet
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb beetgehad
- jij hebt beetgehad
- hij/zij/het heeft beetgehad
- wij hebben beetgehad
- jullie hebben beetgehad
- zij hebben beetgehad
Voltooid verleden tijd
- ik had beetgehad
- jij had beetgehad
- hij/zij/het had beetgehad
- wij hadden beetgehad
- jullie hadden beetgehad
- zij hadden beetgehad
Toekomende tijd I
- ik zal beethebben
- jij zult beethebben
- hij/zij/het zal beethebben
- wij zullen beethebben
- jullie zullen beethebben
- zij zullen beethebben
Toekomende tijd II
- ik zal beetgehad hebben
- jij zult beetgehad hebben
- hij/zij/het zal beetgehad hebben
- wij zullen beetgehad hebben
- jullie zullen beetgehad hebben
- zij zullen beetgehad hebben
Conditionalis I
- ik zou beethebben
- jij zou beethebben
- hij/zij/het zou beethebben
- wij zouden beethebben
- jullie zouden beethebben
- zij zouden beethebben
Conditionalis II
- ik zou hebben beetgehad
- jij zou hebben beetgehad
- hij/zij/het zou hebben beetgehad
- wij zouden hebben beetgehad
- jullie zouden hebben beetgehad
- zij zouden hebben beetgehad