Vervoeging van bestoken

Vertaling: hostilizar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik bestook
  • jij bestookt
  • hij/zij/het bestookt
  • wij bestoken
  • jullie bestoken
  • zij bestoken

Indicativo presente

  • yo hostilizo
  • hostilizas
  • él/ella hostiliza
  • nosotros hostilizamos
  • vosotros hostilizáis
  • ellos/ellas hostilizan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bestookte
  • jij bestookte
  • hij/zij/het bestookte
  • wij bestookten
  • jullie bestookten
  • zij bestookten

Indefinido

  • yo hostilicé
  • hostilizaste
  • él/ella hostilizó
  • nosotros hostilizamos
  • vosotros hostilizasteis
  • ellos/ellas hostilizaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb bestookt
  • jij hebt bestookt
  • hij/zij/het heeft bestookt
  • wij hebben bestookt
  • jullie hebben bestookt
  • zij hebben bestookt

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he hostilizado
  • has hostilizado
  • él/ella ha hostilizado
  • nosotros hemos hostilizado
  • vosotros habéis hostilizado
  • ellos/ellas han hostilizado

Voltooid verleden tijd

  • ik had bestookt
  • jij had bestookt
  • hij/zij/het had bestookt
  • wij hadden bestookt
  • jullie hadden bestookt
  • zij hadden bestookt

Pluscuamperfecto

  • yo había hostilizado
  • habías hostilizado
  • él/ella había hostilizado
  • nosotros habíamos hostilizado
  • vosotros habíais hostilizado
  • ellos/ellas habían hostilizado

Toekomende tijd I

  • ik zal bestoken
  • jij zult bestoken
  • hij/zij/het zal bestoken
  • wij zullen bestoken
  • jullie zullen bestoken
  • zij zullen bestoken

Futuro I

  • yo hostilizaré
  • hostilizarás
  • él/ella hostilizará
  • nosotros hostilizaremos
  • vosotros hostilizaréis
  • ellos/ellas hostilizarán

Toekomende tijd II

  • ik zal bestookt hebben
  • jij zult bestookt hebben
  • hij/zij/het zal bestookt hebben
  • wij zullen bestookt hebben
  • jullie zullen bestookt hebben
  • zij zullen bestookt hebben

Futuro perfecto

  • yo habré hostilizado
  • habrás hostilizado
  • él/ella habrá hostilizado
  • nosotros habremos hostilizado
  • vosotros habréis hostilizado
  • ellos/ellas habrán hostilizado

Conditionalis I

  • ik zou bestoken
  • jij zou bestoken
  • hij/zij/het zou bestoken
  • wij zouden bestoken
  • jullie zouden bestoken
  • zij zouden bestoken

Condicional

  • yo hostilizaría
  • hostilizarías
  • él/ella hostilizaría
  • nosotros hostilizaríamos
  • vosotros hostilizaríais
  • ellos/ellas hostilizarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben bestookt
  • jij zou hebben bestookt
  • hij/zij/het zou hebben bestookt
  • wij zouden hebben bestookt
  • jullie zouden hebben bestookt
  • zij zouden hebben bestookt

Condicional perfecto

  • yo habría hostilizado
  • habrías hostilizado
  • él/ella habría hostilizado
  • nosotros habríamos hostilizado
  • vosotros habríais hostilizado
  • ellos/ellas habrían hostilizado

Imperatief

  • jij bestook
  • jullie bestookt

Imperativo presente

  • hostiliza
  • vosotros hostilizad

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van bestoken