Vervoeging van botvieren
Onbepaalde wijs (infinitief): botvieren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vier bot
- jij viert bot
- hij/zij/het viert bot
- wij vieren bot
- jullie vieren bot
- zij vieren bot
Onvoltooid verleden tijd
- ik vierde bot
- jij vierde bot
- hij/zij/het vierde bot
- wij vierden bot
- jullie vierden bot
- zij vierden bot
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb botgevierd
- jij hebt botgevierd
- hij/zij/het heeft botgevierd
- wij hebben botgevierd
- jullie hebben botgevierd
- zij hebben botgevierd
Voltooid verleden tijd
- ik had botgevierd
- jij had botgevierd
- hij/zij/het had botgevierd
- wij hadden botgevierd
- jullie hadden botgevierd
- zij hadden botgevierd
Toekomende tijd I
- ik zal botvieren
- jij zult botvieren
- hij/zij/het zal botvieren
- wij zullen botvieren
- jullie zullen botvieren
- zij zullen botvieren
Toekomende tijd II
- ik zal botgevierd hebben
- jij zult botgevierd hebben
- hij/zij/het zal botgevierd hebben
- wij zullen botgevierd hebben
- jullie zullen botgevierd hebben
- zij zullen botgevierd hebben
Conditionalis I
- ik zou botvieren
- jij zou botvieren
- hij/zij/het zou botvieren
- wij zouden botvieren
- jullie zouden botvieren
- zij zouden botvieren
Conditionalis II
- ik zou hebben botgevierd
- jij zou hebben botgevierd
- hij/zij/het zou hebben botgevierd
- wij zouden hebben botgevierd
- jullie zouden hebben botgevierd
- zij zouden hebben botgevierd
Imperatief
- jij vier bot
- jullie viert bot