Vervoeging van brutaliseren
Onbepaalde wijs (infinitief): brutaliseren
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik brutaliseer
- jij brutaliseert
- hij/zij/het brutaliseert
- wij brutaliseren
- jullie brutaliseren
- zij brutaliseren
Onvoltooid verleden tijd
- ik brutaliseerde
- jij brutaliseerde
- hij/zij/het brutaliseerde
- wij brutaliseerden
- jullie brutaliseerden
- zij brutaliseerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebrutaliseerd
- jij hebt gebrutaliseerd
- hij/zij/het heeft gebrutaliseerd
- wij hebben gebrutaliseerd
- jullie hebben gebrutaliseerd
- zij hebben gebrutaliseerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gebrutaliseerd
- jij had gebrutaliseerd
- hij/zij/het had gebrutaliseerd
- wij hadden gebrutaliseerd
- jullie hadden gebrutaliseerd
- zij hadden gebrutaliseerd
Toekomende tijd I
- ik zal brutaliseren
- jij zult brutaliseren
- hij/zij/het zal brutaliseren
- wij zullen brutaliseren
- jullie zullen brutaliseren
- zij zullen brutaliseren
Toekomende tijd II
- ik zal gebrutaliseerd hebben
- jij zult gebrutaliseerd hebben
- hij/zij/het zal gebrutaliseerd hebben
- wij zullen gebrutaliseerd hebben
- jullie zullen gebrutaliseerd hebben
- zij zullen gebrutaliseerd hebben
Conditionalis I
- ik zou brutaliseren
- jij zou brutaliseren
- hij/zij/het zou brutaliseren
- wij zouden brutaliseren
- jullie zouden brutaliseren
- zij zouden brutaliseren
Conditionalis II
- ik zou hebben gebrutaliseerd
- jij zou hebben gebrutaliseerd
- hij/zij/het zou hebben gebrutaliseerd
- wij zouden hebben gebrutaliseerd
- jullie zouden hebben gebrutaliseerd
- zij zouden hebben gebrutaliseerd
Imperatief
- jij brutaliseer
- jullie brutaliseert