Vervoeging van charteren
Onbepaalde wijs (infinitief): charteren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik charter
- jij chartert
- hij/zij/het chartert
- wij charteren
- jullie charteren
- zij charteren
Indicativo presente
- yo alquilo
- tú alquilas
- él/ella alquila
- nosotros alquilamos
- vosotros alquiláis
- ellos/ellas alquilan
Onvoltooid verleden tijd
- ik charterde
- jij charterde
- hij/zij/het charterde
- wij charterden
- jullie charterden
- zij charterden
Indefinido
- yo alquilé
- tú alquilaste
- él/ella alquiló
- nosotros alquilamos
- vosotros alquilasteis
- ellos/ellas alquilaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gecharterd
- jij hebt gecharterd
- hij/zij/het heeft gecharterd
- wij hebben gecharterd
- jullie hebben gecharterd
- zij hebben gecharterd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he alquilado
- tú has alquilado
- él/ella ha alquilado
- nosotros hemos alquilado
- vosotros habéis alquilado
- ellos/ellas han alquilado
Voltooid verleden tijd
- ik had gecharterd
- jij had gecharterd
- hij/zij/het had gecharterd
- wij hadden gecharterd
- jullie hadden gecharterd
- zij hadden gecharterd
Pluscuamperfecto
- yo había alquilado
- tú habías alquilado
- él/ella había alquilado
- nosotros habíamos alquilado
- vosotros habíais alquilado
- ellos/ellas habían alquilado
Toekomende tijd I
- ik zal charteren
- jij zult charteren
- hij/zij/het zal charteren
- wij zullen charteren
- jullie zullen charteren
- zij zullen charteren
Futuro I
- yo alquilaré
- tú alquilarás
- él/ella alquilará
- nosotros alquilaremos
- vosotros alquilaréis
- ellos/ellas alquilarán
Toekomende tijd II
- ik zal gecharterd hebben
- jij zult gecharterd hebben
- hij/zij/het zal gecharterd hebben
- wij zullen gecharterd hebben
- jullie zullen gecharterd hebben
- zij zullen gecharterd hebben
Futuro perfecto
- yo habré alquilado
- tú habrás alquilado
- él/ella habrá alquilado
- nosotros habremos alquilado
- vosotros habréis alquilado
- ellos/ellas habrán alquilado
Conditionalis I
- ik zou charteren
- jij zou charteren
- hij/zij/het zou charteren
- wij zouden charteren
- jullie zouden charteren
- zij zouden charteren
Condicional
- yo alquilaría
- tú alquilarías
- él/ella alquilaría
- nosotros alquilaríamos
- vosotros alquilaríais
- ellos/ellas alquilarían
Conditionalis II
- ik zou hebben gecharterd
- jij zou hebben gecharterd
- hij/zij/het zou hebben gecharterd
- wij zouden hebben gecharterd
- jullie zouden hebben gecharterd
- zij zouden hebben gecharterd
Condicional perfecto
- yo habría alquilado
- tú habrías alquilado
- él/ella habría alquilado
- nosotros habríamos alquilado
- vosotros habríais alquilado
- ellos/ellas habrían alquilado
Imperatief
- jij charter
- jullie chartert
Imperativo presente
- tú alquila
- vosotros alquilad