Vervoeging van compromitteren

Onbepaalde wijs (infinitief): compromitteren

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik compromitteer
  • jij compromitteert
  • hij/zij/het compromitteert
  • wij compromitteren
  • jullie compromitteren
  • zij compromitteren

Indicativo presente

  • yo comprometo
  • comprometes
  • él/ella compromete
  • nosotros comprometemos
  • vosotros comprometéis
  • ellos/ellas comprometen

Onvoltooid verleden tijd

  • ik compromitteerde
  • jij compromitteerde
  • hij/zij/het compromitteerde
  • wij compromitteerden
  • jullie compromitteerden
  • zij compromitteerden

Indefinido

  • yo comprometí
  • comprometiste
  • él/ella comprometió
  • nosotros comprometimos
  • vosotros comprometisteis
  • ellos/ellas comprometieron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gecompromitteerd
  • jij hebt gecompromitteerd
  • hij/zij/het heeft gecompromitteerd
  • wij hebben gecompromitteerd
  • jullie hebben gecompromitteerd
  • zij hebben gecompromitteerd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he comprometido
  • has comprometido
  • él/ella ha comprometido
  • nosotros hemos comprometido
  • vosotros habéis comprometido
  • ellos/ellas han comprometido

Voltooid verleden tijd

  • ik had gecompromitteerd
  • jij had gecompromitteerd
  • hij/zij/het had gecompromitteerd
  • wij hadden gecompromitteerd
  • jullie hadden gecompromitteerd
  • zij hadden gecompromitteerd

Pluscuamperfecto

  • yo había comprometido
  • habías comprometido
  • él/ella había comprometido
  • nosotros habíamos comprometido
  • vosotros habíais comprometido
  • ellos/ellas habían comprometido

Toekomende tijd I

  • ik zal compromitteren
  • jij zult compromitteren
  • hij/zij/het zal compromitteren
  • wij zullen compromitteren
  • jullie zullen compromitteren
  • zij zullen compromitteren

Futuro I

  • yo comprometeré
  • comprometerás
  • él/ella comprometerá
  • nosotros comprometeremos
  • vosotros comprometeréis
  • ellos/ellas comprometerán

Toekomende tijd II

  • ik zal gecompromitteerd hebben
  • jij zult gecompromitteerd hebben
  • hij/zij/het zal gecompromitteerd hebben
  • wij zullen gecompromitteerd hebben
  • jullie zullen gecompromitteerd hebben
  • zij zullen gecompromitteerd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré comprometido
  • habrás comprometido
  • él/ella habrá comprometido
  • nosotros habremos comprometido
  • vosotros habréis comprometido
  • ellos/ellas habrán comprometido

Conditionalis I

  • ik zou compromitteren
  • jij zou compromitteren
  • hij/zij/het zou compromitteren
  • wij zouden compromitteren
  • jullie zouden compromitteren
  • zij zouden compromitteren

Condicional

  • yo comprometería
  • comprometerías
  • él/ella comprometería
  • nosotros comprometeríamos
  • vosotros comprometeríais
  • ellos/ellas comprometerían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gecompromitteerd
  • jij zou hebben gecompromitteerd
  • hij/zij/het zou hebben gecompromitteerd
  • wij zouden hebben gecompromitteerd
  • jullie zouden hebben gecompromitteerd
  • zij zouden hebben gecompromitteerd

Condicional perfecto

  • yo habría comprometido
  • habrías comprometido
  • él/ella habría comprometido
  • nosotros habríamos comprometido
  • vosotros habríais comprometido
  • ellos/ellas habrían comprometido

Imperatief

  • jij compromitteer
  • jullie compromitteert

Imperativo presente

  • compromete
  • vosotros comprometed

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van compromitteren